NJB 2018/842:Niet-ontvankelijkheid openbaar ministerie in de vervolging wegens vervolging in strijd met de Aanwijzing Opiumwet van 2 november 2000, Stcrt. 2000, 250: deze Aanwijzing dient aldus te worden uitgelegd dat – behoudens door het openbaar ministerie te stellen en aannemelijk te maken bijzondere omstandigheden en mits tijdig afstand is gedaan van het inbeslaggenomen plantenmateriaal – met een politiesepot wordt afgedaan de teelt van niet meer dan vijf hennepplanten, ongeacht de hoeveelheid of het gewicht van de met die teelt verkregen of te verkrijgen opbrengst van voor consumptie geschikte hennep of hennepproducten. In casu onjuiste rechtsopvatting van het hof doordat het de juistheid van de stelling van de verdediging dat de hennep afkomstig was van slechts vijf hennepplanten in het midden heeft gelaten en heeft geoordeeld dat het openbaar ministerie ter zake van het tenlastegelegde feit kan worden ontvangen in de vervolging van de verdachte, nu de hoeveelheid van 2,95 kilogram hennep die bij de verdachte is aangetroffen de in de Aanwijzing genoemde hoeveelheid van 30 gram ruimschoots overstijgt. Het Hof heeft voorts onjuist geoordeeld dat in dat verband geen betekenis toekomt aan de hoeveelheid planten waarvan de hennep afkomstig is