RvdW 2019/80
Huwelijksvermogensrecht. IPR. Omvang huwelijksgoederengemeenschap (art. 1:94 lid 2 onder a (oud) BW); krachtens Russisch erfrecht verkregen goed zonder uitsluitingsclausule; ongelijke behandeling Nederlandse en buitenlandse erflaters (art. 1 Eerste Protocol EVRM; art. 14 EVRM)? Beperkende werking redelijkheid en billijkheid (art. 6:2 lid 2 BW); stelplicht en bewijslast.
HR 21-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2379
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 december 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/00587
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Erfrecht / Testamenten
Verbintenissenrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2379, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑12‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1156, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑10‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑02‑2018
- Wetingang
Essentie
Huwelijksvermogensrecht. IPR. Omvang huwelijksgoederengemeenschap (art. 1:94 lid 2 onder a (oud) BW); krachtens Russisch erfrecht verkregen goed zonder uitsluitingsclausule; ongelijke behandeling Nederlandse en buitenlandse erflaters (art. 1 Eerste Protocol EVRM; art. 14 EVRM)? Beperkende werking redelijkheid en billijkheid (art. 6:2 lid 2 BW); stelplicht en bewijslast.
Samenvatting
Het hof heeft een ongeoorloofde ongelijke behandeling aanwezig geacht op de grond dat art. 1:94 lid 2 aanhef en onder a (oud) BW een buitenlandse erflater feitelijk in een ongunstiger positie brengt dan een Nederlandse erflater, omdat een buitenlandse erflater er veelal niet op bedacht ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.