BNB 2014/193
Zaak DMC. Eindafrekeningswinst Oostenrijkse commanditaire vennoten bij ontbinding Duitse vennootschap. Betalingsregeling. Vrijheid van kapitaalverkeer
HvJ EU 23-01-2014, ECLI:EU:C:2014:20, m.nt. G.T.K. Meussen (DMC)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
23 januari 2014
- Magistraten
Tizzano, Borg Barthet, Levits, Berger, Rodin
- Zaaknummer
C-164/12
- Noot
G.T.K. Meussen
- Roepnaam
DMC
- JCDI
JCDI:ADS583564:1
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2014:20, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 23‑01‑2014
- Wetingang
Art. 63 VWEU
Essentie
Zaak DMC. Eindafrekeningswinst Oostenrijkse commanditaire vennoten bij ontbinding Duitse vennootschap. Betalingsregeling. Vrijheid van kapitaalverkeer
Samenvatting
Twee Oostenrijkse rechtspersonen zijn commanditaire vennoten in een (fiscaal transparante) Duitse commanditaire vennootschap en hebben als zodanig een vaste inrichting in Duitsland. Door inbreng van hun commanditaire participaties in de Duitse beherend vennoot (een fiscaal niet-transparante vennootschap), tegen uitreiking van aandelen, moeten zij in Duitsland eindafrekeningswinst in aanmerking nemen. De belasting daarover is verschuldigd in maximaal vijf jaarlijkse termijnen op voorwaarde dat zekerheid wordt gesteld. Over het uitstel is geen rente verschuldigd.
HvJ EU: Op de onderhavige situatie is art. 63 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.