Hof Leeuwarden, 08-03-2006, nr. 0400272
ECLI:NL:GHLEE:2006:BB2834
- Instantie
Hof Leeuwarden
- Datum
08-03-2006
- Zaaknummer
0400272
- LJN
BB2834
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Ondernemingsrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHLEE:2006:BB2834, Uitspraak, Hof Leeuwarden, 08‑03‑2006; (Hoger beroep)
Uitspraak 08‑03‑2006
Inhoudsindicatie
Tussenarrest waarin een deskundige wordt benoemd teneinde een onderzoek in te stellen en schriftelijk bericht uit te brengen omtrent de volgende vragen: a) Kon van een redelijk bekwaam en redelijk handelend letselschadeadvocaat in februari 1995 in de gegeven omstandigheden, waarbij met name ook aandacht geschonken dient te worden aan de toen voorhanden zijnde medische rapportage, redelijkerwijs verwacht worden dat hij bedacht was op het risico van posttraumatische epilepsie bij [appellant]; zo ja, leidde dat er toe dat [geïntimeerde] zelfstandig medisch onderzoek bij [appellant] had dienen te laten verrichten?
Partij(en)
Arrest d.d. 8 maart 2006
Rolnummer 0400272
HET GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN
Arrest van de vierde kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:
[appellant],
wonende te [woonplaats],
appellant,
in eerste aanleg: eiser,
hierna te noemen: [appellant],
procureur: mr. J.V. van Ophem,
tegen
[geïntimeerde],
wonende te [woonplaats],
geïntimeerde,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna te noemen: [geïntimeerde],
procureur: aanvankelijk mr. V.M.J. Both, thans mr. J.B. Dijkema,
Het hof neemt over hetgeen in zijn tussenarrest van 27 juli 2005 is overwogen en beslist.
Het verdere procesverloop
Ingevolge voormeld tussenarrest hebben partijen ieder een akte genomen.
Tenslotte hebben partijen de stukken overgelegd voor het wijzen van arrest.
De beoordeling
Bij tussenarrest van 27 juli 2005 heeft het hof de zaak naar de rol verwezen opdat partijen zich bij akte konden uitlaten over de persoon en het aantal van de te benoemen deskundige(n) en over de in het tussenarrest geformuleerde vragen voor de te benoemen deskundige(n).
Nu partijen gemotiveerd hebben aangegeven zich niet te kunnen verenigen met de persoon van de door het hof voorgestelde deskundige, zal het hof - gelet op de door partijen gedane suggesties - als enige deskundige benoemen: professor mr [deskundige 1] te [plaats].
[geïntimeerde] heeft aan het hof verzocht om, naast de reeds in het tussenarrest geformuleerde vragen als aanvullende vraag aan de deskundige alsnog te doen opnemen:
Wat waren de vereisten voor het lidmaatschap van de LSA in de periode 1993 tot en met februari 1995?
Het hof zal deze vraag overnemen.
Voor de tweede aanvullende vraag: in hoeverre heeft u zelf ervaring met letselschaderecht, ziet het hof geen grond. Het hof zal deze vraag niet overnemen.
Van de zijde van [appellant] is verzocht de volgende vraag aan de deskundige voor te leggen:
Had van een redelijk handelend en redelijk bekwaam letselschadeadvocaat in 1995 - in deze specifieke zaak - verlangd mogen worden dat hij medisch advies had ingewonnen bij een medisch adviseur alvorens te adviseren tot (voorbehoudloze) afwikkeling over te gaan.
Het hof zal deze vraagstelling overnemen.
Het hof bepaalt dat [appellant] als de oorspronkelijk eisende partij ter griffie van het hof een voorschot ten bedrage van € 5.000,- ter zake van de kosten van de deskundige zal deponeren, met welk voorschot zal worden gehandeld overeenkomstig art. 199 Rv.
De beslissing
Het gerechtshof:
alvorens verder te beslissen:
benoemt: professor mr [deskundige 1],
[Universiteit]
[adres]
[postcode] [plaats]
telefoon [telefoonnummer] (secretariaat)
fax [faxnummer] (secretariaat)
tot deskundige teneinde een onderzoek in te stellen en schriftelijk bericht uit te brengen omtrent de volgende vragen:
- a)
Kon van een redelijk bekwaam en redelijk handelend letselschadeadvocaat in februari 1995 in de gegeven omstandigheden, waarbij met name ook aandacht geschonken dient te worden aan de toen voorhanden zijnde medische rapportage, redelijkerwijs verwacht worden dat hij bedacht was op het risico van posttraumatische epilepsie bij [appellant]; zo ja, leidde dat er toe dat [geïntimeerde] zelfstandig medisch onderzoek bij [appellant] had dienen te laten verrichten? Wilt u bij de beantwoording van deze vraag de volgende feiten en omstandigheden betrekken:
- *
kinderarts [kinderarts] (op 21 januari 1992, zie r.o. 2.3 tussenarrest d.d. 27 juli 2005) en huisarts [huisarts] (op 17 februari 1992, zie bijlage bij de brief d.d. 23 januari 1992 van Aegon, prod. 2 bij de inleidende dagvaarding) hebben [appellant] - overigens niet naar aanleiding van een hierop gerichte vraag van [geïntimeerde] - volledig hersteld verklaard;
- *
de moeder van [appellant] heeft [geïntimeerde] op 18 januari 1995 telefonisch medegedeeld dat haar zoon weer "de oude" was, maar dat zijn schoolprestaties achter bleven.
- b)
Kon van een redelijk bekwaam en redelijk handelend letselschadeadvocaat in 1995 verlangd worden om medisch relevante informatie rechtstreeks te achterhalen, en niet via het slachtoffer zelf, althans de ouders?
- c)
Had van een redelijk handelend en redelijk bekwaam letselschadeadvocaat in 1995 - in deze specifieke zaak - verlangd mogen worden dat hij medisch advies had ingewonnen bij een medisch adviseur alvorens te adviseren tot (voorbehoudloze) afwikkeling over te gaan.
- d)
Wat waren de vereisten voor het lidmaatschap van de LSA in de periode 1993 tot en met februari 1995?
- e)
Geeft het onderzoek nog aanleiding tot opmerkingen die in verband met de beslissing van dit geschil van belang zouden kunnen zijn?
benoemt mr [raadsheer-commissaris] tot raadsheer-commissaris, tot wie de deskundige zich door tussenkomst van de griffie dient te wenden met (procedurele) vragen en verzoeken, indien het onderzoek daartoe aanleiding geeft;
bepaalt dat de deskundige bij haar onderzoek partijen in de gelegenheid zal stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen en dat daarvan uit het schriftelijk bericht zal blijken;
bepaalt het voorschot terzake van de kosten van de deskundige op € 5.000,-. (zegge vijfduizend euro);
wijst [appellant] aan als de partij die dit voorschot uiterlijk woensdag 5 april 2006 ter griffie zal deponeren door overmaking op rekeningnummer 192306103 van het MVJ arrondissement Leeuwarden (541), Postbus 1701, 8901 CA Leeuwarden o.v.v. "deskundigenkosten C 0400272."
bepaalt dat de procureur van vorenbedoelde partij het volledige procesdossier voor voormelde datum in kopie aan de deskundige doet toekomen;
bepaalt de termijn waarbinnen de deskundig haar schriftelijk bericht ter griffie moet inleveren op twee maanden na de kennisgeving betreffende de ontvangst van het depot door de griffie, met dien verstande dat de deskundige niet eerder met het onderzoek dient aan te vangen dan nadat zij vorenbedoelde kennisgeving heeft ontvangen;
verwijst de zaak voor memorie na deskundigenbericht aan de zijde van [appellant] naar de rol van woensdag 26 juli 2006.
Aldus gewezen door mrs Bax-Stegenga, voorzitter, De Bock en Zondag, raden, en uitgesproken door mr Streppel, vice-president, lid van een enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mevrouw Haites-Verbeek als griffier ter openbare terechtzitting van dit hof van woensdag 8 maart 2006.