NJB 2020/593
Onschuldpresumptie. Parallelle procedure. Invloed gedeeltelijke vrijspraak in strafzaak op fiscale procedure. Betekenis EHRM-zaak Melo Tadeu
HR 31-01-2020, ECLI:NL:HR:2020:140
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
31 januari 2020
- Magistraten
Mrs. De Groot, Overgaauw, Fierstra, Van Kalmthout en Cools
- Zaaknummer
19/00166
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Fiscaal procesrecht / Procesorde
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:140, Uitspraak, Hoge Raad, 31‑01‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑10‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:1104, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑10‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑02‑2019
- Wetingang
(art. 6 EVRM)
Essentie
Onschuldpresumptie. Parallelle procedure. Invloed gedeeltelijke vrijspraak in strafzaak op fiscale procedure. Betekenis EHRM-zaak Melo Tadeu
Uitspraak
Hoge Raad, onder meer:
‘2.1.1
Tegen belanghebbende is vervolging ingesteld wegens verdenking van handel in verdovende middelen en deelname aan een criminele organisatie. In die strafzaak is bewezen verklaard dat belanghebbende in de periode van 1 april 1994 tot en met 9 december 1996 te Amsterdam opzettelijk handelshoeveelheden hashish heeft verkocht. Belanghebbende is in die strafzaak vrijgesproken van hetgeen hem overigens ten laste is gelegd. Later is het door belanghebbende wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op fl. 1.038.000 (€ 471.023,86). Belanghebbende heeft dit bedrag in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.