RAV 2010/82
Wanprestatie. Slaagt een beroep op art. 6:89 BW als de overeenkomst vervolgens gewoon wordt voortgezet?
HR 11-06-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL8297 (Kortenhorst/Van Lanschot)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 juni 2010
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
08/04748
- Conclusie
A-G Verkade
- LJN
BL8297
- Roepnaam
Kortenhorst/Van Lanschot
- JCDI
JCDI:ADS874775:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL8297, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑06‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL8297, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 19‑03‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑11‑2008
- Wetingang
BW art. 6:89
Essentie
Wanprestatie.
Is het protest van art. 6:89 BW vormvrij? Slaagt een beroep op art. 6:89 BW als de overeenkomst vervolgens gewoon wordt voortgezet?
Samenvatting
Eiser heeft in 1989 een geldsom van € 265.461,43 uitgekeerd gekregen ter zake van smartengeld en verlies aan arbeidsvermogen wegens een verkeersongeval. Op 6 augustus 1999 heeft eiser zijn gehele vermogen — een effectenportefeuille van € 478.465 — overgeboekt naar een geld- en effectenrekening bij de Bank. De Bank trad op als beleggings-/vermogensadviseur en uitvoerder van transacties van eiser. De werkzaamheden werden verricht door A. Nadat eiser in oktober 2000 het vertrouwen in A ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.