RF 2018/57
Effectenlease. Is in deze zaak, waar Dexia gebruik heeft gemaakt van een tussenpersoon die in strijd met de toezichtwetgeving heeft gehandeld sprake van een zodanig onrechtmatig handelen dat uit billijkheid alle schadeplicht bij de aanbieder ligt? (Dexia/geïntimeerde)
Hof Arnhem-Leeuwarden 27-02-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:1921
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
27 februari 2018
- Magistraten
Mrs. L.M. Croes, I. Brand, W.C. Haasnoot
- Zaaknummer
200.177.738/01
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS929179:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHARL:2018:1921, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 27‑02‑2018
- Wetingang
Art. 6:101 BW; art. 7 Wte 1995; art. 41 NRgte 2002
Essentie
Effectenlease. Schadeverdeling en tussenpersoon. Waiverprocedure.
Is in deze zaak, waar Dexia gebruik heeft gemaakt van een tussenpersoon die in strijd met de toezichtwetgeving heeft gehandeld sprake van een zodanig onrechtmatig handelen dat uit billijkheid alle schadeplicht bij de aanbieder ligt?
Samenvatting
In deze zaak vraagt Dexia een verklaring voor recht dat zij als aanbieder van een effectenleaseproduct niet meer aan consument, een particuliere belegger behoeft te voldoen aan schadevergoeding, dan op grond van het hofmodel verschuldigd zou zijn (te weten tweederde van de door de particuliere belegger geleden schade, terwijl de overige schade voor rekening van de door ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.