Verdrag van Straatsburg van 2012 inzake de beperking van aansprakelijkheid in de binnenvaart (CLNI 2012)
Artikel 15
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2019
- Bronpublicatie:
27-09-2012, Trb. 2013, 72 (uitgifte: 23-04-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-08-2018, Trb. 2018, 134 (uitgifte: 07-08-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
1.
Dit Verdrag is van toepassing op de beperking van de aansprakelijkheid van de scheepseigenaar of van een hulpverlener, wanneer op het tijdstip van de gebeurtenis waaruit de vorderingen zijn voortgekomen:
- a)
het schip op een waterweg voer die op het grondgebied van een Staat die Partij is bij het Verdrag gelegen is,
- b)
hulp is verleend binnen het gebied van een van de bedoelde waterwegen aan een in gevaar verkerend schip of aan de lading van een dergelijk schip, of
- c)
een binnen het gebied van een van de bedoelde waterwegen gezonken, vergaan, gestrand of verlaten schip of de lading van een dergelijk schip vlot gebracht, verwijderd, vernietigd of onschadelijk gemaakt is.
Dit Verdrag is ook van toepassing op de beperking van aansprakelijkheid van een hulpverlener die vanaf een binnenschip hulp verleent aan een zeeschip dat in het gebied van een van de bedoelde waterwegen in gevaar verkeert of aan de lading van een dergelijk schip.
2.
Elke Staat kan op het tijdstip van ondertekening, bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding van of tot dit Verdrag of op enig later tijdstip door middel van een kennisgeving aan de depositaris verklaren dat dit Verdrag niet van toepassing is in het geval dat de in het eerste lid genoemde waterweg:
- a)
gelegen is binnen zijn grondgebied en
- b)
niet vermeld staat in bijlage I van het Europees Verdrag inzake hoofdvaarwegen die van internationaal belang zijn (AGN).
Uit de verklaring moet eenduidig blijken op welke waterweg dit Verdrag niet van toepassing is.
3.
Elke Staat kan op het tijdstip van ondertekening, bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding van of tot dit Verdrag door middel van een kennisgeving aan de depositaris verklaren dat dit Verdrag gedurende een periode van ten hoogste acht jaar na het van kracht worden van het Verdrag niet van toepassing is op kleine schepen die uitsluitend voor nationaal vervoer worden gebruikt. Een klein schip als bedoeld in de eerste zin is een schip waarvan de maximale lengte van de romp, zonder het roer en de boegspriet, minder is dan 20 meter, met uitzondering van:
- a)
een veerpont,
- b)
een duwbak,
- c)
een schip dat andere dan kleine schepen mag slepen, mag duwen of langszijde vastgemaakt mag medevoeren; of
- d)
een schip dat meer dan twaalf passagiers mag vervoeren.
4.
De uitzondering treedt in werking op de eerste dag van de maand na het verstrijken van een periode van drie maanden na ontvangst van de kennisgeving overeenkomstig het tweede lid, of, indien het Verdrag op dit tijdstip nog niet in werking is getreden, op het tijdstip van zijn inwerkingtreding. Indien het schip op het moment van een gebeurtenis waaruit vorderingen voortkomen, op een waterweg voer die uitgezonderd is, is dit Verdrag niet van toepassing. Deze tweede zin geldt niet wanneer de daarin genoemde gebeurtenis zich voordeed op een tijdstip, voordat de uitzondering van kracht werd.
5.
Een Staat die een verklaring heeft afgelegd overeenkomstig het tweede lid, kan deze verklaring op ieder moment intrekken door een aan de depositaris gerichte kennisgeving. De intrekking wordt van kracht drie maanden na ontvangst van de kennisgeving of op een in de verklaring genoemde latere datum. De intrekking heeft geen gevolgen voor de beperking van aansprakelijkheid voor vorderingen voortkomend uit gebeurtenissen die zich voor het van kracht worden van de intrekking hebben voorgedaan.