BR 2015/22
Mag stikstofdepositie op een Natura 2000-gebied in de passende beoordeling voor een project over het hele gebied worden gemiddeld of moet de depositie locatiespecifiek worden getoetst? Welke natuurmaatregelen mogen daarbij als mitigerende maatregelen worden meegenomen?
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
24 december 2014
- Magistraten
Mrs. Th.C. van Sloten, R. Uylenburg en J.W. van de Gronden
- Zaaknummer
201309655/1/R2
- Noot
H.E. Woldendorp
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS920158:1
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Gebiedsbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2014:4672, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 24‑12‑2014
- Wetingang
art. 19d Nbw 1998
Essentie
Mag stikstofdepositie op een Natura 2000-gebied in de passende beoordeling voor een project over het hele gebied worden gemiddeld of moet de depositie locatiespecifiek worden getoetst? Welke natuurmaatregelen mogen daarbij als mitigerende maatregelen worden meegenomen?
Samenvatting
De Afdeling leidt uit de arresten Briels en Sweetman af dat voor het oordeel of een project de natuurlijke kenmerken van een gebied aantast, alle rechtstreekse gevolgen van dat project in het licht van de instandhoudingsdoelstellingen moeten worden beschouwd, waarbij bepalend is of de bepalende kenmerken van het gebied die verband houden met de natuurlijke habitats waarvoor instandhoudingdoelstellingen zijn gesteld, duurzaam behouden ...