Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 2
Artikel 420 [Waardeverminderingen]
Geldend
Geldend vanaf 27-07-2005
- Redactionele toelichting
Deze wijziging is van toepassing op jaarrekeningen en jaarverslagen die worden opgesteld over de boekjaren die zijn aangevangen op of na 01-01-2005.
- Bronpublicatie:
16-07-2005, Stb. 2005, 377 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken: 29737)
- Inwerkingtreding
27-07-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-07-2005, Stb. 2005, 378 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Ondernemingsrecht / Jaarrekeningenrecht
1.
Waardeverminderingen op de tot de vaste activa behorende effecten en deelnemingen mogen in de winst- en verliesrekening met de ongedaanmakingen van de afboekingen worden gesaldeerd, voor zover de waardeverminderingen niet aan de herwaarderingsreserve worden onttrokken.
2.
Het eerste lid is eveneens van toepassing op de waardeverminderingen en ongedaanmakingen van de afboekingen ter zake van vorderingen op bankiers, klanten en voorzieningen voor voorwaardelijke verplichtingen en onherroepelijk toegezegde verplichtingen die tot een kredietrisico kunnen leiden.
3.
Waardestijgingen van de niet tot de vaste activa, maar wel tot de handelsportefeuille behorende effecten die tegen actuele waarde worden gewaardeerd, worden in de winst- en verliesrekening in aanmerking genomen. Waardeverminderingen van deze effecten worden overeenkomstig artikel 387 leden 1 tot en met 3 in aanmerking genomen.