Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling willekeurige afschrijving 2001
Artikel 11
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2001
- Bronpublicatie:
20-12-2000, Stcrt. 2000, 250 (uitgifte: 27-12-2000, regelingnummer: WDB00/921M)
- Inwerkingtreding
01-01-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2000, Stcrt. 2000, 250 (uitgifte: 27-12-2000, regelingnummer: WDB00/921M)
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Loonbelasting (V)
De willekeurige afschrijving op bedrijfsmiddelen als bedoeld in artikel 10 bedraagt per kalenderjaar ten hoogste 20% van de af te schrijven aanschaffings- of voortbrengingskosten. De willekeurige afschrijving kan slechts worden toegepast voor zover de berekening van de winst uit zeescheepvaart bedoeld in 3.22, vierde lid en vijfde lid, van de wet zonder die afschrijving tot een positief bedrag leidt. Indien de afschrijving — willekeurig of op grond van artikel 3.30, eerste lid, van de wet — in een jaar minder bedraagt dan het bedrag dat op grond van de eerste volzin ten hoogste willekeurig kan worden afgeschreven, wordt het verschil toegevoegd aan het bedrag dat in het volgende jaar ten hoogste willekeurig kan worden afgeschreven.