Einde inhoudsopgave
Wet bescherming klokkenluiders
Artikel 3 [Taak van het Huis]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Bronpublicatie:
14-04-2016, Stb. 2016, 147 (uitgifte: 22-04-2016, kamerstukken: 33258)
14-04-2016, Stb. 2016, 148 (uitgifte: 22-04-2016, kamerstukken: 34105)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-04-2016, Stb. 2016, 196 (uitgifte: 27-05-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
22-04-2016, Stb. 2016, 196 (uitgifte: 27-05-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de wet (14-04-2016, Stb. 147).
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Nationale ombudsman
Ambtenarenrecht / Algemeen
1.
Er is een Huis voor klokkenluiders.
2.
De Kaderwet zelfstandige bestuursorganen is van toepassing op het Huis, met uitzondering van de artikelen 12, 21 en 22.
3.
In afwijking van artikel 20 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen is het Huis slechts verplicht aan Onze Minister inlichtingen te verstrekken of inzage te geven in zakelijke gegevens en bescheiden met betrekking tot het gevoerde financiële beheer en de administratieve organisatie.
4.
Artikel 23 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen vindt slechts toepassing ten aanzien van het door het Huis gevoerde financiële beheer en de administratieve organisatie.