Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 3A:128 Uitsluiting contractuele voorwaarden
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
25-08-2023, Stb. 2023, 306 (uitgifte: 25-09-2023, kamerstukken: 36314)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-10-2023, Stb. 2023, 371 (uitgifte: 25-10-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Een ten aanzien van een in artikel 3A:78 bedoelde entiteit getroffen maatregel als bedoeld in artikel 1:75, eerste lid of artikel 1:76, eerste lid, met betrekking tot een in artikel 3:288i1 bedoeld voorbereidend crisisplan, of de uitoefening van bevoegdheid op grond van dit hoofdstuk, of een gebeurtenis die daarmee rechtstreeks verband houdt, is voor de toepassing van een overeenkomst waarbij die entiteit partij is, indien deze voortgaat met zowel de voldoening aan de verplichtingen die voortvloeien uit de bedingen in de overeenkomst die de kern van de prestaties weergeven, als het verschaffen van zekerheden, geen:
- a.
afdwingingsgrond als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel l, van de richtlijn financiëlezekerheidsovereenkomsten;
- b.
grond voor uitoefening van:
- 1°
een recht om een overeenkomst te beëindigen;
- 2°
een recht om de nakoming van verplichtingen te versnellen, voortijdig te beëindigen of te verrekenen;
- 3°
een recht om een verplichting van een partij bij de overeenkomst op te schorten, te wijzigen, te vernietigen of nietig te verklaren; of
- 4°
een recht die het ontstaan belet van een verplichting uit hoofde van de overeenkomst die anders zou zijn ontstaan;
- c.
grond voor verwerving van het bezit van, uitoefening van de zeggenschap over of uitoefening of vestiging van een zekerheidsrecht op een goed in eigendom van de entiteit; of
- d.
grond voor afbreuk aan de rechten van de entiteit uit de overeenkomst.
2.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op een overeenkomst die is aangegaan door een entiteit in de groep waarvan de entiteit als bedoeld in het eerste lid deel uitmaakt en die kruiselingse tekortkomingsbepalingen bevat.
3.
Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing op een overeenkomst die is aangegaan door een dochteronderneming van de entiteit als bedoeld in het eerste lid en die verplichtingen omvat die door een andere entiteit in de groep waarvan de entiteit als bedoeld in het eerste lid deel uitmaakt, zijn gegarandeerd of anderszins worden gewaarborgd.
4.
Een maatregel of een gebeurtenis als bedoeld in het eerste lid laat onverlet:
- a.
een overboekingsopdracht die is gegeven aan een systeem of systeemexploitant als bedoeld in artikel 212a, onderdeel b, onderscheidenlijk onderdeel q, van de Faillissementswet , een centrale tegenpartij of centrale bank;
- b.
een aan een aangewezen systeem of systeemexploitant gegeven opdracht tot verrekening, of een uit een dergelijke opdracht voortvloeiende betaling, levering, verrekening of andere rechtshandeling die benodigd is om de opdracht volledig uit te voeren; of
- c.
rechten en verplichtingen die voor de entiteit zijn ontstaan in verband met zijn deelname aan het systeem.
5.
Dit artikel is een bepaling van bijzonder dwingend recht als bedoeld in artikel 9 van verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (PbEU 2008, L 177).