Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de verlening van bijstand in het geval van een nucleair ongeval of een calamiteit met radioactieve stoffen
Artikel 16 Wijzigingen
Geldend
Geldend vanaf 26-02-1987
- Bronpublicatie:
26-09-1986, Trb. 1986, 165 (uitgifte: 28-11-1986, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
26-02-1987
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-10-1991, Trb. 1991, 141 (uitgifte: 01-01-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Bijzondere onderwerpen
Openbare orde en veiligheid / Rampenbestrijding
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Een Staat die Partij bij dit Verdrag is, kan voorstellen tot wijziging van dit Verdrag doen. De voorgestelde wijziging wordt voorgelegd aan de depositaris, die deze onmiddellijk toezendt aan alle overige Staten die Partij bij dit Verdrag zijn.
2.
Indien een meerderheid van de Staten die Partij bij dit Verdrag zijn, de depositaris verzoekt een conferentie bijeen te roepen om de voorgestelde wijzigingen te bestuderen, zendt de depositaris aan alle Staten die Partij bij dit Verdrag zijn, een uitnodiging tot bijwoning van deze conferentie, die niet eerder dan dertig dagen na de verzending van de uitnodigingen aanvangt. Iedere wijziging die op de conferentie wordt aangenomen met een tweederde meerderheid van alle Staten die Partij bij dit Verdrag zijn, wordt vastgelegd in een protocol, dat te Wenen en te New York wordt opengesteld voor ondertekening door alle Staten die Partij bij dit Verdrag zijn.
3.
Het protocol treedt in werking dertig dagen nadat drie Staten hun instemming door dit protocol gebonden te worden tot uitdrukking hebben gebracht. Voor elke Staat die na de inwerkingtreding van het protocol zijn instemming door dit protocol gebonden te worden tot uitdrukking brengt, treedt het protocol in werking dertig dagen na de datum waarop zijn instemming tot uitdrukking is gebracht.