Einde inhoudsopgave
Comptabiliteitswet 2016
Artikel 2.11 Begrotingsfondsen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
22-03-2017, Stb. 2017, 139 (uitgifte: 07-04-2017, kamerstukken: 34426)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-05-2017, Stb. 2017, 253 (uitgifte: 19-06-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / Rijksfinanciën
Staatsrecht / Algemeen
1.
Een begrotingsfonds kan worden ingesteld ten behoeve van het afzonderlijk beheren van ontvangsten en uitgaven van het Rijk die voor een specifiek doel bestemd zijn.
2.
Het instellen van een begrotingsfonds geschiedt bij wet. De wet tot instelling van een begrotingsfonds wordt mede door Onze Minister van Financiën ondertekend.
3.
De wet tot instelling van een begrotingsfonds bepaalt voor dat fonds in elk geval:
- a.
de aard van de uitgaven en de ontvangsten;
- b.
wie van Onze Ministers met het beheer is belast.
4.
Een voordelig jaarsaldo van een begrotingsfonds wordt ten gunste van de begroting van het fonds van het daarop volgende jaar gebracht; een nadelig jaarsaldo wordt ten laste van die begroting gebracht.