BNB 2023/47
Fictieve onroerende zaken. Bezitseis. Intern gegenereerde goodwill
HR 27-01-2023, ECLI:NL:HR:2023:103, m.nt. R.P.C. Cornelisse
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 januari 2023
- Magistraten
Mrs. Wortel, Cools, Van der Voort Maarschalk
- Zaaknummer
21/03444
- Noot
R.P.C. Cornelisse
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS689971:1
- Vakgebied(en)
Belastingen van rechtsverkeer / Overdrachtsbelasting
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑01‑2023
ECLI:NL:HR:2023:103, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑01‑2023
- Wetingang
Art. 4 lid 1 onderdeel a Wet BRV
Essentie
Fictieve onroerende zaken. Bezitseis. Intern gegenereerde goodwill
Samenvatting
Belanghebbende, X BV, heeft eind 2016 van A BV 41% van de certificaten van aandelen verkregen in B BV, die houdstermaatschappij is van de B-groep die zich bezig houdt met het verhuren van opslagruimte. Het Hof heeft geoordeeld dat B BV een onroerendezaakrechtspersoon is, onder meer omdat haar bezittingen voor meer dan 50% uit onroerende zaken bestaan. Daarbij heeft het Hof overwogen dat de door de B-groep intern gegenereerde goodwill niet tot de bezittingen kan worden gerekend.
HR: De wetgever is ervan uitgegaan dat de voor de toetsing aan de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.