Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2016/429 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (‘diergezondheidswetgeving’)
Artikel 181 Verlening van en voorwaarden voor de erkenning en gedelegeerde handelingen
Geldend
Geldend vanaf 20-04-2016
- Bronpublicatie:
09-03-2016, PbEU 2016, L 84 (uitgifte: 31-03-2016, regelingnummer: 2016/429)
- Inwerkingtreding
20-04-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-03-2016, PbEU 2016, L 84 (uitgifte: 31-03-2016, regelingnummer: 2016/429)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Algemeen
1.
De bevoegde autoriteit verleent de erkenning voor aquacultuurinrichtingen als bedoeld in artikel 176, lid 1, en artikel 178, onder a), groepen aquacultuurinrichtingen als bedoeld in artikel 177 en ziektebestrijdende inrichtingen voor aquatische levensmiddelen als bedoeld in artikel 179 slechts indien dergelijke inrichtingen:
- a)
voldoen aan de volgende voorschriften, voor zover van toepassing, in verband met:
- i)
quarantaine, isolering en andere biobeveiligingsmaatregelen, rekening houdend met de voorschriften, bedoeld in artikel 10, lid 1, onder b), en krachtens artikel 10, lid 6, vastgestelde regels;
- ii)
bewakingsvoorschriften als bedoeld in artikel 24 en, indien van toepassing, voor het betrokken soort inrichting en het daarmee verbonden risico, als bedoeld in artikel 25;
- iii)
documentatie als bedoeld in de artikelen 186 tot en met 188 en in krachtens de artikelen 189 en 190 vastgestelde regels;
- b)
beschikken over voorzieningen en uitrusting die:
- i)
geschikt zijn om het risico op insleep en verspreiding van ziekten tot een aanvaardbaar niveau terug te dringen, rekening houdend met het betrokken soort inrichting;
- ii)
voldoende capaciteit bieden voor de betrokken soorten, categorieën en hoeveelheid (aantal, volume of gewicht) waterdieren;
- c)
geen onaanvaardbaar risico vormen voor verspreiding van ziekten, rekening houdend met de getroffen risicobeperkingsmaatregelen;
- d)
beschikken over een systeem dat de betrokken exploitant in staat stelt om aan de bevoegde autoriteit aan te tonen dat aan de voorschriften onder a), b) en c) is voldaan.
2.
De Commissie stelt overeenkomstig artikel 264 gedelegeerde handelingen vast met betrekking tot:
- a)
quarantaine, isolering en andere biobeveiligingsmaatregelen als bedoeld in lid 1, onder a), i);
- b)
bewaking als bedoeld in lid 1, onder a), ii);
- c)
voorzieningen en uitrusting als bedoeld in lid 1, onder b).
3.
Bij de vaststelling van de uitvoeringsregels voor de overeenkomstig lid 2 vast te stellen gedelegeerde handelingen, baseert de Commissie deze op de volgende zaken:
- a)
de met elk soort inrichting verbonden risico's;
- b)
de soorten en categorieën aquacultuurdieren of waterdieren die relevant zijn voor de erkenning;
- c)
het betrokken soort productie;
- d)
typische verplaatsingspatronen voor het soort aquacultuurinrichting en voor de soorten en categorieën dieren die in deze inrichtingen worden gehouden.