NJ 1915, p. 791
HR, 07-05-1915
HR 07-05-1915, ECLI:NL:HR:1915:159
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 mei 1915
- Magistraten
Voorzitter: Jhr. Mr. W. H. de Savornin Lohman. Raden: Mrs. C. Krabbe, B. C. J. Loder, J. A. A. Bosch en A. P. L. Nelissen.
- Zaaknummer
[07051915/NJ_1915,_p._791]
- Conclusie
Mr. Noyon
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS147423:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1915:159, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑05‑1915
- Wetingang
(BW art. 668, 1885; Rv art. 44-66.)
Samenvatting
Door het niet-beteekenen van een aan den schuldeischer door zijn schuldenaar gedane cessie van schuldvorderingen gaan geen rechten van dien schuldeischer voor de borgen verloren.
Wel zijn dan de desbetreffende debiteuren door betaling aan eerstbedoelden schuldenaar, i. c. aan den curator in diens faillissement, bevrijd, doch, zoo door de onderhavige betaalbaarstelling van wissels inderdaad een cessie heeft plaats gevonden — welke vraag voor dit geding geen beantwoording behoeft — dan zijn de overgedragen vorderingen uit het vermogen van den schuldenaar-cedent in dat van bedoelden schnldeischer overgegaan en zouden de betaalde penningen toch aan dien schnldeischer, of ingeval van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.