Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1158 betreffende de voorwaarden voor de invoer van levensmiddelen en diervoeders van oorsprong uit derde landen ingevolge het ongeluk in de kerncentrale van Tsjernobyl
Artikel 1 Toepassingsgebied
Geldend
Geldend vanaf 09-08-2020
- Bronpublicatie:
05-08-2020, PbEU 2020, L 257 (uitgifte: 06-08-2020, regelingnummer: 2020/1158)
- Inwerkingtreding
09-08-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-08-2020, PbEU 2020, L 257 (uitgifte: 06-08-2020, regelingnummer: 2020/1158)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Straling
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
1.
Deze verordening is van toepassing op levensmiddelen, met inbegrip van minder belangrijke levensmiddelen, en diervoeders in de zin van artikel 1 van Verordening (Euratom) 2016/52, van oorsprong uit of verzonden vanuit de in bijlage I bij deze verordening opgenomen derde landen (‘de producten’), bestemd om in de Unie in de handel te worden gebracht.
2.
Deze verordening is niet van toepassing op de volgende categorieën zendingen van de producten, tenzij het brutogewicht meer dan 10 kg vers product of 2 kg droog product bedraagt:
- a)
zendingen die als handelsmonsters, als laboratoriummonsters of als demonstratiemateriaal voor tentoonstellingen worden verzonden en die niet bestemd zijn om in de handel te worden gebracht;
- b)
zendingen die in de persoonlijke bagage van reizigers voor persoonlijke consumptie of persoonlijk gebruik worden vervoerd;
- c)
niet-commerciële zendingen die aan natuurlijke personen worden verzonden en niet bestemd zijn om in de handel te worden gebracht;
- d)
zendingen die bestemd zijn voor wetenschappelijke doeleinden.
Bij twijfel over het beoogde gebruik van de producten als bedoeld onder b) en c), ligt de bewijslast respectievelijk bij de eigenaar van de persoonlijke bagage en bij de ontvanger van de zending.