Einde inhoudsopgave
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/18.2.1
18.2.1 Kartelovereenkomsten en het mededingingsrecht
A.J. van Doesum, datum 01-01-2009
- Datum
01-01-2009
- Auteur
A.J. van Doesum
- JCDI
JCDI:ADS364429:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
Ondernemingsrecht / Personenvennootschappen
Europees belastingrecht / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
Zie over het gebruik van de termen “kartelrecht” en “mededingingsrecht”: M.R. Mok, Kartelrecht I, Kluwer, Deventer, 2004, blz. 1.
Kamerstukken II, 1995/96, 24 707, nr. 3 (MvT), blz. 7-8.
Pj. Slot, Ch.R.A. Swaak en M.S. Mulder, Inleiding mededingingsrecht, Boom Juridische uitgevers, Den Haag, 2005, blz. 48.
Wet van 22 mei 1997, Stb. 1997, 242.
Voor zaken waarin de handel tussen lidstaten wordt beïnvloed door kartelafspraken, treedt in beginsel de Europese commissie op als toezichthouder.
Kartelovereenkomsten worden beheerst door het kartelrecht (ook wel mededingingsrecht).1 Het fundament van het kartelrecht is gelegen in het EG verdrag. In het kader van dit onderzoek is met name art. 81 EG-verdrag (ex art. 85 EG-verdrag) van belang. Art. 81 EG-verdrag vormt de basis voor het (Europese) kartelverbod. De Nederlandse wet- en regelgeving is georiënteerd op het Europese recht en stemt daarmee nauw overeen.2 Aldus bestaat ten aanzien van het kartelverbod één set aan materiële normen.3 In Nederland geldt het kartelverbod op grond van art. 6 Mededingingswet.4 Opgemerkt zij dat niet slechts (schriftelijke of mondelinge) kartelovereenkomsten onder dit verbod vallen, maar dat ook besluiten van ondernemingsverenigingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen eronder vallen. Het kartelverbod heeft dus een ruimer bereik dan de hier aan de orde zijnde kartelovereenkomsten. De Nederlandse Mededingingsautoriteit (“hierna: “NMa”) ziet toe op de handhaving van het kartelverbod.5 Noch het Europese, noch het Nederlandse kartelverbod is echter absoluut. Er bestaan vrijstellingen en er zijn ontheffingen mogelijk. In dit verband is in het bijzonder de bagatelregel van belang. Er geldt een vrijstelling van het kartelverbod voor de zogenoemde “bagatellen”. Dit zijn kartelafspraken tussen een klein aantal ondernemingen met een beperkte gezamenlijke omzet, die de concurrentie niet belemmeren. Bedacht moet tevens worden dat het kartelverbod alleen geldt, indien de afspraken ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging wordt verhinderd, beperkt of vervalst. Hoewel er dus een algemeen kartelverbod geldt, is dit verbod niet zo algemeen dat kartelafspraken in het geheel niet meer toelaatbaar zijn.