Rb. Middelburg, 23-07-2008, nr. 58441/HA ZA 07-315
ECLI:NL:RBMID:2008:BE0211
- Instantie
Rechtbank Middelburg
- Datum
23-07-2008
- Zaaknummer
58441/HA ZA 07-315
- LJN
BE0211
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Ondernemingsrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBMID:2008:BE0211, Uitspraak, Rechtbank Middelburg, 23‑07‑2008; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
Uitspraak 23‑07‑2008
Inhoudsindicatie
''(..)'' [eiseres] heeft met [familie van gedaagden] een huurovereenkomst gesloten met betrekking tot een loods aan de [adres] in Terneuzen, bestemd op te worden gebruikt voor de opslag van vlas. [familie van gedaagden] is op 18 augustus 2002 overleden. [gedaagden] zijn de rechtsopvolgers onder algemene titel, elk voor een derde deel. Op 25 november 2005 is de loods als gevolg van een hevige sneeuwbui (gedeeltelijk) ingestort. Op 12 april 2007 heeft een voorlopig getuigenverhoor plaatsgevonden. Bij die gelegenheid is de eerste eigenaar van de loods, [W.H.], als getuige gehoord. [W.H.] heeft verklaard dat hij 30 à 35 jaar geleden de loods heeft laten bouwen, dat hij de loods heeft gebruikt voor de opslag van aardappelen tegen de wanden tot de maximale hoogte van 4 meter, dat de muren met platen te zwak bleken te zijn en de druk van de aardappelen niet aankonden, dat platen zo’n 15 centimeter naar buiten bolden en dat ook de spanten, de staalconstructie, er onder geleden hebben, dat ze verwrongen waren en dat dat zo is gebleven en dat de platen verkeerd op de staalconstructie bevestigd zouden zijn. De getuige heeft ook verklaard dat, nadat de aardappelen er uit waren, de bolling was verdwenen, maar dat nog wel scheuren zichtbaar waren. ''(..)'' Het geschil ''(..)'' [eiseres] vordert dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagden] veroordeelt, hoofdelijk, des dat de één betalende de anderen zullen zijn bevrijd, tegen behoorlijk bewijs aan [eiseres] te betalen € 37.120,42, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 november 2005 tot de dag der algehele voldoening, alsmede een bedrag van € 1.788,00 aan buitengerechtelijke invorderingskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dagvaarding tot de dag der algehele voldoening, te vermeerderen met de proceskosten met de nakosten ad € 131,00 dan wel, indien betekening plaats vindt, ad € 199,00. ''(..)''
Partij(en)
Uitspraak
vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
58441 / HA ZA 07-315
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 58441 / HA ZA 07-315
Vonnis van 23 juli 2008
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres].,
gevestigd te Sluiskil,
eiseres,
procureur mr. I.P. de Groot,
tegen
1. [gedaagde 1],
wonende te Sluiskil,
2. [gedaagde 2],
wonende te Sluiskil,
3. [gedaagde 3],
wonende te Hoek,
gedaagden,
procureur mr. J. Boogaard,
advocaat mr. P.E. Mazel te Groningen.
Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagden] genoemd worden.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
de dagvaarding;
de conclusie van antwoord;
de conclusie van repliek;
de conclusie van dupliek.
De feiten
[eiseres] heeft met [familie van gedaagden] een huurovereenkomst gesloten met betrekking tot een loods aan de [adres] in Terneuzen, bestemd op te worden gebruikt voor de opslag van vlas. [familie van gedaagden] is op 18 augustus 2002 overleden. [gedaagden] zijn de rechtsopvolgers onder algemene titel, elk voor een derde deel. Op 25 november 2005 is de loods als gevolg van een hevige sneeuwbui (gedeeltelijk) ingestort.
Op 12 april 2007 heeft een voorlopig getuigenverhoor plaatsgevonden. Bij die gelegenheid is de eerste eigenaar van de loods, [W.H.], als getuige gehoord. [W.H.] heeft verklaard dat hij 30 à 35 jaar geleden de loods heeft laten bouwen, dat hij de loods heeft gebruikt voor de opslag van aardappelen tegen de wanden tot de maximale hoogte van 4 meter, dat de muren met platen te zwak bleken te zijn en de druk van de aardappelen niet aankonden, dat platen zo’n 15 centimeter naar buiten bolden en dat ook de spanten, de staalconstructie, er onder geleden hebben, dat ze verwrongen waren en dat dat zo is gebleven en dat de platen verkeerd op de staalconstructie bevestigd zouden zijn. De getuige heeft ook verklaard dat, nadat de aardappelen er uit waren, de bolling was verdwenen, maar dat nog wel scheuren zichtbaar waren.
Het geschil
[eiseres] vordert dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagden] veroordeelt, hoofdelijk, des dat de één betalende de anderen zullen zijn bevrijd, tegen behoorlijk bewijs aan [eiseres] te betalen € 37.120,42, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 november 2005 tot de dag der algehele voldoening, alsmede een bedrag van € 1.788,00 aan buitengerechtelijke invorderingskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dagvaarding tot de dag der algehele voldoening, te vermeerderen met de proceskosten met de nakosten ad € 131,00 dan wel, indien betekening plaats vindt, ad € 199,00.
[eiseres] legt het volgende aan haar vordering ten grondslag. Als gevolg van de sneeuwbui is het dak van de loods (gedeeltelijk) ingestort. De loods stond vol met vlas dat eigendom was van [eiseres]. Door het instorten van het dak zijn asbest golfplaten gebroken en is asbest tussen het vlas gekomen. Als gevolg daarvan is het vlas waardeloos geworden en diende het te worden vernietigd. De loods is “total loss” verklaard en is inmiddels afgebroken. [eiseres] heeft de schade begroot op € 271.737,97. De verzekeraar van [eiseres] heeft € 208.326,57 vergoed. De resterende schade is voor rekening van [gedaagden]. Bij het instorten van een opstal geldt dat de gebrekkigheid van de opstal wordt verondersteld en dat als de bezitter dat ontkent dat het dan aan de bezitter is om dat vermoeden te ontzenuwen. [eiseres] verwijst naar de door de getuige [W.H.] afgelegde verklaring. De rechtsvoorganger van [gedaagden] heeft de loods ook nooit gerepareerd. Uit zijn verklaring volgt dat de loods behept was met een constructiefout. Meerdere, soortgelijke loodsen in de buurt van de onderhavige loods zijn niet ingestort als gevolg van de sneeuwval.
[gedaagden] voeren verweer. Zij betwisten dat de loods gebrekkig was. [eiseres] heeft daar nooit over geklaagd. Zij verwijzen naar het verslag van expertise van de onafhankelijke schade-experts Toplis Hettema d.d. 7 juni 2006. Volgens hen is de schade ontstaan door een combinatie van een extreme dakbelasting door natte sneeuw en ijswater en windsnelheden van meer dan 14 meter per seconde. Er was sprake van noodweer. Dat andere schuren wel zijn blijven staan doet daar niets aan af. Omstandigheden kunnen plaatselijk verschillend zijn. Indien de loods gebrekkig was dient bewezen te worden dat de schade het gevolg is van het gebrek en niet van een van buiten komende oorzaak. [eiseres] gebruikte de loods beroepsmatig. Op grond van artikel 6:174 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) is [eiseres] aansprakelijk. [gedaagden] verwijzen in dit verband voorts naar artikel 7:208 BW.
De beoordeling
De rechtbank is van oordeel dat [gedaagden] hun stelling, dat [eiseres] niet binnen bekwame tijd nadat hij het gebrek heeft ontdekt of redelijkerwijs had moeten ontdekken heeft geprotesteerd, mede gelet op de verklaring van de getuige [W.H.], onvoldoende feitelijk onderbouwd. Het had op hun weg gelegen om aan te geven wanneer en op grond van welke feiten [eiseres] het gebrek heeft ontdekt of redelijkerwijs had moeten ontdekken. De rechtbank passeert voorts de stelling van [gedaagden] dat het feit dat zij de loodsberoepsmatig verhuurden aan [eiseres] en dat hij die loods gebruikte in de uitoefening van zijn bedrijf met zich brengt dat hij op grond van artikel 6:181 BW aansprakelijk is. Gesteld, noch gebleken is immers dat de loods is ingestort als gevolg van het feit dat [eiseres] in die loods in gebruik had en daarin vlas had opgeslagen en dat derhalve tussen de beroepsmatige gebruik van de loods en het instorten van de loods een oorzakelijk verband heeft bestaan. In beginsel rust op [eiseres] de verplichting om de bewijzen dat de loods een gebrek kende en dat de loods als gevolg van dat gebrek is ingestort. Op grond van het feit dat de loods na hevig noodweer is ingestort en andere loodsen in de directe omgeving zijn blijven staat in combinatie met de door [eiseres] als productie 3 overgelegde foto’s, waarop onmiskenbaar een bolling is te zien en de door de getuige [W.H.] afgelegde verklaring over de staat waarin de loods zich bevond op het moment dat Riemens de loods op de veiling kocht, gaat de rechtbank er voorlopig vanuit dat de loods in een gebrekkige toestand verkeerde die maakte dat de loods onder de geschetste weersomstandigheden is ingestort. De rechtbank zal [gedaagden] overeenkomstig hun aanbod toelaten tot het leveren van tegenbewijs.
De rechtbank zal iedere verdere beslissing aanhouden.
De beslissing
De rechtbank
laat [gedaagden] toe om, desgewenst door middel van getuigen, tegenbewijs te leveren tegen het vooralsnog bewezen feit dat de loods in een gebrekkige toestand verkeerde die maakte dat de loods onder de geschetste weersomstandigheden is ingestort;
bepaalt dat het getuigenverhoor zal worden gehouden op een nader te bepalen tijdstip in het gerechtsgebouw te Middelburg aan de Kousteensedijk 2, tegenover mr. M.C. de Regt;
verwijst de zaak naar de rolzitting van deze rechtbank van woensdag 20 augustus 2008 voor dagbepaling enquête;
bepaalt dat [gedaagden] indien mogelijk tevoren per brief aan de griffie van de rechtbank, maar uiterlijk op genoemde rolzitting , de verhinderdata van alle betrokkenen dient op te geven alsmede het aantal getuigen dat zij voornemens zijn te doen horen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. de Regt en in het openbaar uitgesproken op 23 juli 2008.