Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 1
Artikel 448 [Einde taak bewindvoerder]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2014
- Bronpublicatie:
16-10-2013, Stb. 2013, 414 (uitgifte: 25-10-2013, kamerstukken: 33054)
- Inwerkingtreding
01-01-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-10-2013, Stb. 2013, 435 (uitgifte: 06-11-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
1.
De taak van de bewindvoerder eindigt:
- a.
bij het einde van het bewind;
- b.
door tijdsverloop, indien hij voor een bepaalde tijd was benoemd;
- c.
door zijn dood, het ten aanzien van hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, zijn faillietverklaring of zijn ondercuratelestelling;
- d.
door de instelling van een bewind als bedoeld in deze titel over één of meer van zijn goederen;
- e.
door ontslag dat hem door de kantonrechter met ingang van een door deze bepaalde dag wordt verleend.
2.
Het ontslag wordt hem verleend hetzij op eigen verzoek, hetzij wegens gewichtige redenen of omdat hij niet meer voldoet aan de eisen om bewindvoerder te kunnen worden, zulks op verzoek van de medebewindvoerder of degene die gerechtigd is onderbewindstelling te verzoeken als bedoeld in artikel 432, eerste en tweede lid, dan wel ambtshalve. Hangende het onderzoek kan de kantonrechter voorlopige voorzieningen in het bewind treffen en de bewindvoerder schorsen. De kantonrechter kan hiertoe zo nodig ook zonder de bewindvoerder tevoren te hebben gehoord overgaan. In dat geval verliest de beschikking haar kracht na verloop van twee weken, tenzij de bewindvoerder binnen deze termijn in de gelegenheid is gesteld om te worden gehoord.
3.
Een gewezen bewindvoerder blijft verplicht al datgene te doen, wat niet zonder nadeel voor de rechthebbende kan worden uitgesteld, totdat degene die na hem tot het beheer van de goederen bevoegd is, dit heeft aanvaard. In de gevallen genoemd in het eerste lid onder c, rust deze verplichting op zijn erfgenamen, onderscheidenlijk de bewindvoerder in de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen of de curator, indien zij van het bewind kennisdragen; in het geval genoemd in het eerste lid onder d, geldt dit voor de bewindvoerder, belast met het daar bedoelde bewind.
4.
Artikel 384 van dit boek is van overeenkomstige toepassing.
5.
In geval van ontslag wegens gewichtige redenen of omdat de bewindvoerder niet meer voldoet aan de eisen om bewindvoerder te kunnen worden, kan de kantonrechter bepalen dat geen verdere rekening en verantwoording behoeft te worden afgelegd. Tevens kan de kantonrechter de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de bewindvoerder, en alle aan de rechthebbende toekomende goederen in beslag nemen. Daartoe kan hij elke plaats betreden.