Regeling scheepsuitrusting 2016
Artikel 13
Geldend
Geldend vanaf 18-09-2016
- Bronpublicatie:
22-08-2016, Stcrt. 2016, 44653 (uitgifte: 09-09-2016, regelingnummer: IENM/BSK-2016/177402)
- Inwerkingtreding
18-09-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-08-2016, Stb. 2016, 322 (uitgifte: 09-09-2016, kamerstukken: 34425)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de Wet scheepsuitrusting 2016 (23-08-2016, Stb. 322).
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Zeevervoer
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
1.
Een aangemelde instantie mag activiteiten uitsluitend met instemming van diens klant uitbesteden of door een dochteronderneming laten uitvoeren.
2.
Indien een aangemelde instantie specifieke taken in verband met de conformiteitsbeoordeling uitbesteedt of door een dochteronderneming laat uitvoeren:
- a.
waarborgt zij dat de onderaannemer of dochteronderneming voldoet aan het bepaalde in bijlage III bij de richtlijn;
- b.
brengt zij de minister op de hoogte van de uitbesteding of uitvoering door de dochteronderneming;
- c.
neemt zij de volledige verantwoordelijkheid op zich voor de taken die de onderaannemer of dochteronderneming verricht, ongeacht waar deze gevestigd is, en
- d.
houdt zij ter beschikking van de minister relevante documenten over de beoordeling van de kwalificaties van de onderaannemer of dochteronderneming en over de werkzaamheden die bij of krachtens de wet worden uitgevoerd door de onderaannemer of dochteronderneming.