Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 5
Artikel 144 [Rechterlijk bevel tot wijziging of opheffing van de splitsing]
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2005
- Bronpublicatie:
19-02-2005, Stb. 2005, 89 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken: 28614)
- Inwerkingtreding
01-05-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-03-2005, Stb. 2005, 160 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Genotsrechten
1.
Op verzoek van een persoon wiens medewerking of toestemming tot de wijziging van de akte van splitsing of tot opheffing van de splitsing is vereist, kan de kantonrechter van de rechtbank van het arrondissement waarin het gebouw of het grootste gedeelte daarvan is gelegen, bevelen dat de akte van splitsing wordt gewijzigd dan wel de splitsing wordt opgeheven:
- a.
wanneer de akte van splitsing niet voldoet aan de in de artikelen 111 en 112 gestelde vereisten;
- b.
wanneer uit de inrichting van de gedeelten van het gebouw of uit de inrichting of aanduiding van de gedeelten van de grond die bestemd zijn als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, deze bestemming niet blijkt;
- c.
wanneer de bouw of inrichting van het gebouw dan wel de inrichting of aanduiding van de grond niet of niet meer beantwoordt aan de omschrijving in de akte van splitsing;
- d.
in geval van splitsing met toepassing van artikel 107, wanneer de stichting of de gewijzigde inrichting van het gebouw niet binnen een termijn van drie jaren te rekenen vanaf de dag van de inschrijving is voltooid;
- e.
wanneer een recht van erfpacht of opstal dat naast een of meer andere registergoederen in de splitsing betrokken is, eindigt;
- f.
wanneer een deel der in de splitsing betrokken registergoederen is uitgewonnen, een gedeelte van de kadastrale percelen is onteigend, of degene die de splitsing verricht heeft onbevoegd was over een deel der in de splitsing betrokken registergoederen te beschikken;
- g.
wanneer het gebouw ernstig is beschadigd of geheel of gedeeltelijk is gesloopt, tenzij herstel binnen redelijke tijd is te verwachten;
- h.
wanneer alle appartementseigenaars zich bij een overeenkomst tot de wijziging of opheffing hebben verbonden.
2.
Aan de toewijzing van het verzoek kan de rechter voorwaarden verbinden.
3.
Artikel 140 lid 4 is van overeenkomstige toepassing.