NJ 1921, p. 785
Faillissement van een vennootschap onder firma (in liq.) en van de deelhebbende vennooten. Optreden in rechten. Wat aan de beoordeeling van den cassatierechter is onttrokken.
HR 22-04-1921, ECLI:NL:HR:1921:84 (Reininken Jansen en De Rooy)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 april 1921
- Magistraten
Voorzitter: Mr. S. Gratama. Raden: Mrs. A. Fentener van Vlissingen, J. A. A. Bosch, Jhr. R. Feith en Dr. L. E. Visser.
- Zaaknummer
[22041921/NJ_1921,_p._785]
- Conclusie
Mr. Tak
- Roepnaam
Reininken Jansen en De Rooy
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS149048:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1921:84, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑04‑1921
- Wetingang
(WvK art. 16-35, 32; Fw art. 6.)
Essentie
Faillissement van een vennootschap onder firma (in liq.) en van de deelhebbende vennooten. Optreden in rechten. Wat aan de beoordeeling van den cassatierechter is onttrokken.
Samenvatting
Met de faillietverklaring van de vennootschap kan niet anders bedoeld zijn dan met de faillietverklaring van de deelhebbende vennooten. Waar beide faillietverklaringen zijn uitgesproken zou hier dus op zijn hoogst wan een overbodige herhaling sprake kunnen zijn.
Waar volgens de bepalingen der vennootschap alle drie de vennooten uitsluitend te zamen in rechten kunnen optreden en vaststaat, dat een der firmanten noch als firmant noch in privé in hooger beroep is gekomen, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.