NJO 1977, 8
Omvang van voor bedrijfsverplaatsing beschikbaar kapitaal bij plicht tot verdeling met mede-erfgenamen van de vergoeding voor de waarde.
HR 27-04-1977, ECLI:NL:HR:1977:AT2099, m.nt. MB
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 april 1977
- Magistraten
Mrs. Telders, Van Dijk, Reynders, Martens en Van Vucht
- Zaaknummer
[1977-04-27/BR_72470]
- Noot
MB
- LJN
AT2099
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Tegemoetkoming in schade (planschade)
Onteigeningsrecht / Onteigening
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1977:AT2099, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑04‑1977
- Wetingang
art. 40 OW
Essentie
Waardering van zonder vergunning gebouwde opstallen.Waarde van verhuurde gedeelten en vrijkomend kapitaal. Redelijkheid van verplaatsing van bedrijf.
Samenvatting
De omstandigheid, dat pp. Mes van de vergoeding voorde werkelijke waarde van het onteigende slechts een deel zullen overhouden, is niet het gevolg van de onteigening, doch bij de gevolgde wijze van berekening van de schadeloosstelling is wel als rechtstreeks gevolg van de onteigening aan te merken, dat zij zijn genoodzaakt meer geld in het vervangende bedrijf te investeren dan aan eigen vermogen in de waarde van hun onteigende goed is begrepen en dat de aan die meerdere investering verbonden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.