NJ 2016/135
Levenslange gevangenisstraf; onmenselijke bestraffing? Mogelijkheid tot vervroegde invrijheidsstelling en herbeoordeling.
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
9 juli 2013
- Magistraten
D. Spielmann, J. Casadevall, G. Raimondi, I. Ziemele, M. Villiger, I. Berro-Lefèvre, D. Popović, L. López Guerra, M. Lazarova Trajkovska, N. Tsotsoria, A. Power-Forde, I. Karakaş, N. Vučinić, L.-A. Sicilianos, P. Lemmens, P. Mahoney, J. Silvis
- Zaaknummer
66069/09
130/10
3896/10
- Noot
N. Keijzer
- Roepnaam
Vinter e.a./UK
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS153992:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
- Brondocumenten
ECLI:CE:ECHR:2013:0709JUD006606909, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 09‑07‑2013
ECLI:CE:ECHR:2012:0117JUD006606909, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 17‑01‑2012
- Wetingang
Art. 3 EVRM
Essentie
Levenslange gevangenisstraf zonder uitzicht op mogelijkheid vervroegde invrijheidsstelling of herbeoordeling. Gerechtvaardigdheid van de detentie op penologische gronden; strijd met het verbod van onmenselijke bestraffing van art. 3 EVRM? Schending.
Samenvatting
Verzoekers zijn wegens de uitzonderlijke ernst van de door hen gepleegde meervoudige moorden veroordeeld tot een ‘whole life order’, een levenslange gevangenisstraf waarbij vervroegde invrijheidsstelling alleen mogelijk is na ‘compassionate release’ door de minister van Binnenlandse Zaken (‘Secretary of State’). Deze bevoegdheid wordt alleen aangewend indien de gedetineerde een terminale ziekte of een ernstige handicap heeft. Ten overstaan van het EHRM klagen verzoekers dat de aan ...