NJ 2017/148
Gezamenlijke gezagsuitoefening ouders; verzoek vervangende toestemming voor verhuizing met kind naar buitenland; geschillenregeling art. 1:253a BW; maatstaf.
HR 24-03-2017, ECLI:NL:HR:2017:487
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 maart 2017
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
16/02658
- Conclusie
A-G mr. J.B.M.M. Wuisman
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS124298:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:487, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑03‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:74, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑01‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑05‑2016
- Wetingang
Art. 1:253a BW
Essentie
Gezamenlijke gezagsuitoefening ouders; verzoek vervangende toestemming voor verhuizing met kind naar buitenland; geschillenregeling art. 1:253a BW; maatstaf.
Uit de omstandigheid dat in art. 1:253a BW is bepaald dat de rechter zodanige beslissing neemt als hem in het belang van het kind wenselijk voorkomt, mag niet worden afgeleid dat bij geschillen over gezamenlijke gezagsuitoefening het belang van het kind altijd zwaarder weegt dan andere belangen. De rechter dient bij zijn beslissing over geschillen als bedoeld in art. 1:253a BW alle omstandigheden van het geval in acht dient te nemen, wat in voorkomend geval ook ertoe ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.