Einde inhoudsopgave
Wegenverkeerswet 1994
Artikel 4ai [Benoeming en ontslag]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Bronpublicatie:
13-09-2012, Stb. 2012, 442 (uitgifte: 02-10-2012, kamerstukken: 33250)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-11-2012, Stb. 2012, 619 (uitgifte: 12-12-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht (V)
1.
De voorzitter en de overige leden van de raad van toezicht worden benoemd voor een tijdvak van vier jaren en zijn aansluitend éénmalig voor een tijdvak van vier jaren herbenoembaar.
2.
De leden van de raad van toezicht kan tussentijds op eigen verzoek, dan wel om zwaarwichtige redenen ontslag worden verleend.
3.
Zolang in een vacature van de raad van toezicht niet is voorzien, vormen de overblijvende leden de raad van toezicht, met de bevoegdheid van de volledige raad. Betreft het de vacature van de voorzitter dan wijzen de overblijvende leden uit hun midden een lid aan dat tijdelijk als voorzitter fungeert.
4.
Indien een lid wordt benoemd ter vervanging van een tussentijds opengevallen plaats, bepaalt Onze Minister het tijdvak van de benoeming.