Einde inhoudsopgave
Rapport alimentatienormen 2010
65 Bedrijfsresultaat
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2010
- Bronpublicatie:
01-07-2010, Internet 2010, www.nvvr.org (uitgifte: 01-07-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-07-2010, Internet 2010, www.nvvr.org (uitgifte: 01-07-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Alimentatie
Met bedrijfsresultaat is bedoeld de winst die is opgenomen in de commerciële jaarstukken. Ondernemer onder de Wet IB 2001 is de belastingplichtige voor wiens rekening één of meer onderneming(en) worden gedreven en die rechtstreeks wordt verbonden voor verbintenissen betreffende die onderneming(en). Een dergelijke ondernemer geniet winst uit onderneming. Ook medegerechtigden tot het vermogen van een onderneming kunnen onder omstandigheden winst uit onderneming genieten. Indien een belastingplichtige winst uit onderneming geniet, heeft hij recht op de fiscale ondernemersfaciliteiten en zijn de geleden verliezen in beginsel verrekenbaar.
Teneinde de winst uit onderneming goed te kunnen beoordelen, is het wenselijk te beschikken over de jaarstukken over de laatste drie jaren: de balans, de winst- en verliesrekening, en de toelichting op de balans en de winst- en verliesrekening.
De balans geeft informatie over de financiële situatie op een bepaald moment, de winst- en verliesrekening toont de opbrengsten tegenover de bijbehorende kosten over een bepaalde periode.
De toelichting op de balans en de winst- en verliesrekening heeft ten doel het inzicht in de jaarrekening te vergroten.
Van belang bij de beoordeling van de stukken is onder meer om te weten:
- —
wie de stukken heeft opgemaakt, bijvoorbeeld de echtgenoot van de ondernemer, een familielid, een parttime boekhouder al dan niet in dienst van de ondernemer, dan wel een accountant-administratieconsulent of een registeraccountant;
- —
met welk doel de stukken zijn opgemaakt: fiscaal, commercieel, alimentatievaststelling.
Een en ander is van belang om te beoordelen hoe betrouwbaar de gegevens zijn en of er sprake is van geflatteerde of gedeflatteerde gegevens. Bij de beoordeling kan men onder meer de volgende vragen stellen:
- —
voldoet het bruto winstpercentage aan de daartoe te stellen normen?
- —
wordt er binnen de onderneming gebruik gemaakt van fiscale faciliteiten zoals afschrijvingen op panden terwijl er gezien de marktontwikkeling geen sprake is van waardedaling of het plegen van inhaalafschrijvingen?
- —
welke kosten worden in mindering gebracht op de bruto winst en worden deze kosten daadwerkelijk gemaakt?
- —
zijn er vermoedens van zwarte omzet?
De ondernemer die zijn zaak in de vorm van een eenmanszaak drijft heeft geen salaris. Zijn opnamen komen rechtstreeks ten laste van het vermogen. Bij de eenmanszaak is het eigen vermogen minus het beginvermogen plus de privé-onttrekkingen gelijk aan de winst.
Bij een besloten vennootschap heeft de directeur recht op een salaris dat hij al dan niet kan opnemen. Beslist hij meer of minder op te nemen dan blijft het restant als schuld aan of vordering op de vennootschap bestaan. Bij een besloten vennootschap is het eindvermogen minus het beginvermogen gelijk aan de winst afgezien van eventuele dividenduitkeringen.
Voorts zij verwezen naar bijlage 2, de nota ‘Alimentatie en winst uit onderneming’, voor het eerst gepubliceerd in Trema 1996 nr. 11/12 pag. 368 waarin de voorlopige richtlijnen van de werkgroep over dit onderwerp staan. De werkgroep heeft in november 1998 besloten deze voorlopige richtlijnen als definitieve te beschouwen.