Landsverordening invordering directe belastingen [Aruba]
Artikel 13
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2014
- Redactionele toelichting
Dit artikel, zoals dit luidde vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wijziging, blijft van toepassing op belastingaanslagen die invorderbaar waren vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wijziging.
- Bronpublicatie:
03-02-2014, Afkondigingsblad van Aruba 2014, 10 (uitgifte: 06-02-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-06-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-05-2014, Afkondigingsblad van Aruba 2014, 29 (uitgifte: 09-05-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen (V)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Aruba
1.
Het recht tot dwanginvordering, alsmede het recht tot verrekening ter zake van een belastingaanslag verjaren door verloop van vijf jaar, aanvangende op de dag na het vervallen van de gestelde betalingstermijn van de aanslag, dan wel, indien zulks tot een later tijdstip leidt, vijf jaar na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de laatste akte van vervolging ter zake van die aanslag aan de belastingschuldige is betekend dan wel de belastingschuldige blijk heeft gegeven van erkenning van de schuld.
2.
De verjaringstermijn wordt verlengd met de tijd gedurende welke na de aanvang van die termijn:
- a.
de belastingschuldige uitstel van betaling heeft;
- b.
de tenuitvoerlegging van een dwangschrift is geschorst ingevolge een lopend rechtsgeding met dien verstande, dat de termijn waarmee de verjaringstermijn wordt verlengd aanvangt op de dag waarop het rechtsgeding door middel van oproeping aanhangig wordt gemaakt;
- c.
de belastingschuldige surséance van betaling heeft;
- d.
de belastingschuldige in staat van faillissement verkeert;
- e.
de belastingschuldige zich metterwoon buiten Aruba bevindt.