NJ 1927, p. 91
Gefailleerde als getuige in een door den curator overgenomen geding.
HR 28-10-1926, ECLI:NL:HR:1926:238, m.nt. Prof. Mr. Paul Scholten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 oktober 1926
- Magistraten
Mrs. Bosch, Jhr. Feith, van den Dries, Schepel en van Gelein Vitringa.
- Zaaknummer
[28101926/NJ_1927,_p._91]
- Conclusie
Mr. Noyon
- Noot
Prof. Mr. Paul Scholten
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS150863:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1926:238, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑10‑1926
- Wetingang
(BW art. 1947; Fw art. 20-63, 68.)
Essentie
Gefailleerde als getuige in een door den curator overgenomen geding.
Samenvatting
De gefailleerde is geen partij in een geding, dat de curator als zoodanig over een schuld van den gefailleerde voert, ook niet, indien hij aanvankelijk wel partij was, doch de curator het geding heeft overgenomen.
Partij(en)
Mr. J. P. Chardon, advocaat, wonende te Delft, in zijne hoedanigheid van curator in het faillissement van H. Dielwart, en als zoodanig door den Rechter-Commissaris gemachtigd om dit geding te voeren, eischer tot cassatie van een arrest van het Gerechtshof te ‘s-Gravenhage den 7 December 1925 tusschen partijen gewezen, advocaat Jhr. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.