NJF 2016/181
Dexiazaak. Hof Den Haag houdt de zaak aan in afwachting van uitspraak HR over prejudiciële vraag van Hof Amsterdam over oneerlijkheid van in het contract opgenomen bedingen.
Hof Den Haag 12-01-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:471
- Instantie
Hof Den Haag
- Datum
12 januari 2016
- Magistraten
Mrs. M.J. van der Ven, A.J.M.E. Arpeau, M.M. Olthof
- Zaaknummer
200.131.549-01
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Verbintenissenrecht / Europees verbintenissenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHDHA:2019:630, Uitspraak, Hof Den Haag, 02‑04‑2019
ECLI:NL:GHDHA:2018:2313, Uitspraak, Hof Den Haag, 18‑09‑2018
ECLI:NL:GHDHA:2016:4404, Uitspraak, Hof Den Haag, 29‑11‑2016
ECLI:NL:GHDHA:2016:471, Uitspraak, Hof Den Haag, 12‑01‑2016
Essentie
Dexiazaak. Hof Den Haag houdt de zaak aan in afwachting van uitspraak HR over prejudiciële vraag van Hof Amsterdam over oneerlijkheid van in het contract opgenomen bedingen.
Partij(en)
Arrest inzake:
Dexia Nederland B.V., te Amsterdam, appellante, adv.: mr I.M.C.A. Reinders Folmer, te Amsterdam,
tegen
Geïntimeerde, adv.: mr. J.B. Maliepaard, te Bleiswijk.
Uitspraak
Hof:
(...)
2.
In zijn tussenarrest van 20 januari 2015 heeft het hof geoordeeld dat hij op grond van artikel 6:233 BW — en desnoods ambtshalve — gehouden is artikel 6 van de Bijzondere voorwaarden te toetsen aan richtlijn 93/13/EEG ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.