HR, 17-10-2023, nr. 22/04175
ECLI:NL:HR:2023:1466
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17-10-2023
- Zaaknummer
22/04175
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2023:1466, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑10‑2023; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2023:824
ECLI:NL:PHR:2023:824, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑09‑2023
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2023:1466
- Vindplaatsen
Uitspraak 17‑10‑2023
Inhoudsindicatie
Art. 416.2 Sv na veroordeling t.z.v. mishandeling (art. 300.1 Sr) en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht (art. 285.1 Sr). Kan aan appelakte gehecht stuk van raadsman (volmacht tot instellen hoger beroep waarin ook grieven worden opgegeven) worden aangemerkt als appelschriftuur? HR: Om redenen vermeld in CAG slaagt middel. CAG: Gelet op dat stuk is ’s hofs oordeel dat verdachte ex art. 416.2 Sv niet-ontvankelijk wordt verklaard in h.b. niet begrijpelijk. Volgt vernietiging en terugwijzing.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 22/04175
Datum 17 oktober 2023
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 2 maart 2022, nummer 21-001548-21, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1996,
hierna: de verdachte.
1. Procesverloop in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft J.B.A. Kalk, advocaat te Enschede, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
2. Beoordeling van het tweede cassatiemiddel
2.1
Het cassatiemiddel keert zich tegen de niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte door het hof in het hoger beroep.
2.2
Het cassatiemiddel slaagt. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal.
3. Beoordeling van het eerste cassatiemiddel
Gelet op de beslissing die hierna volgt, is bespreking van het cassatiemiddel niet nodig.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
- vernietigt de uitspraak van het hof;
- wijst de zaak terug naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en A.E.M. Röttgering, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 oktober 2023.
Conclusie 26‑09‑2023
Inhoudsindicatie
Conclusie AG. Verdachte ten onrechte niet ontvankelijk verklaard in hoger beroep. In tegenstelling tot vaststelling van hof heeft de verdachte bij het instellen van hoger beroep wel grieven ingediend. Conclusie strekt tot vernietiging.
PROCUREUR-GENERAAL
BIJ DE
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
Nummer22/04175
Zitting 26 september 2023
CONCLUSIE
T.N.B.M. Spronken
In de zaak
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1996,
hierna: de verdachte.
Het gerechtshof ArnhemLeeuwarden heeft bij arrest van 2 maart 2022 de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep.
Het cassatieberoep is ingesteld namens de verdachte en J.B.A. Kalk, advocaat te Enschede, heeft twee middelen van cassatie voorgesteld.
Het tweede middel komt op tegen de niet-ontvankelijkverklaring door het hof van de verdachte in zijn hoger beroep.
Het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep van 2 maart 2022 houdt het volgende in:
“De verdachte,
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1996 te [geboorteplaats] ,
wonende te [a-straat 1] , [plaats] ,
is niet verschenen.
De voorzitter deelt mede dat de dagvaarding in overeenstemming met de toepasselijke wettelijke voorschriften op 12 januari 2022 aan [betrokkene 1] , een huisgenoot van verdachte, is uitgereikt.
De advocaat-generaal merkt op dat verdachte geen appelschriftuur heeft ingediend, noch zijn bezwaren tegen het vonnis waarvan beroep kenbaar heeft gemaakt. De vordering van de advocaat-generaal strekt dan ook tot niet-ontvankelijkheid van verdachte in het hoger beroep.
De voorzitter sluit het onderzoek en doet onmiddellijk uitspraak.”
5. Bij de aan de Hoge Raad toegezonden stukken bevindt zich een “akte instellen hoger beroep”, inhoudende dat op 30 maart 2021 door mr. Arts namens de verdachte hoger beroep is ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Overijssel, locatie Almelo van 10 december 2020. Aan deze akte is een stuk gehecht dat blijkens de datumstempel rechtsboven op het stuk op 30 maart 2021 door de griffie van de Rechtbank Overijssel is ontvangen. Dit stuk houdt in:
“Datum: Breda, 30 maart 2021
Betreft: [verdachte] / OM HB
Ref: SA7238
Uw kenmerk: 1E: 08/205116-20+TUL 08/003856-17
BETREFT: INSTELLEN APPÈL
Edelachtbare Heer/Vrouwe,
Geachte Heer/mevrouw,
In bovengenoemde kwestie treed ik op uitdrukkelijk bepaaldelijk gevolmachtigd advocaat.
In die hoedanigheid verzoek ik u, griffier, hierbij hoger beroep in te stellen tegen het vonnis van de Rechtbank Almelo in deze zaak gewezen op 10 december 2020.
De griffier wordt daartoe hierbij eveneens daartoe uitdrukkelijk (bepaaldelijk) gevolmachtigd.
Eveneens u, griffier, de dagvaarding in hoger beroep in ontvangst kan nemen. U kunt deze (een afschrift daarvan) sturen aan het volgende adres: [a-straat 1] te [plaats] .
Graag ontvang ik omgaande een afschrift van de appèlakte, bij voorkeur per e-mail aan info@singeladvocaten.nl of per telefax (076-5319584).
Uiteraard ontvang ik als advocaat van cliënt, ook in hoger beroep, graag afschriften van de in deze zaak relevante processtukken waaronder de dagvaarding in hoger beroep.
GRIEVEN VOOR HOGER BEROEP
Het appel richt zich tegen zowel de strafoplegging als de strafmodaliteit / hoogte van de straf, alsmede tegen de hoogte van de toegewezen vordering van de benadeelde partijen.
U dient deze brief op te vatten als een grievenformulier hoger beroep met het verzoek deze per omgaande bij de stukken van hoger beroep te voegen.
Hoogachtend, mr. S. Arts”
6. Aan de cassatieschriftuur is eveneens het hiervoor onder 5 genoemde stuk gehecht.
7. Gelet op het voorgaande is het oordeel van het hof dat de verdachte op de voet van artikel 416 lid 2 Sv niet-ontvankelijk wordt verklaard in het hoger beroep, niet begrijpelijk.
8. Het tweede middel slaagt. Het eerste middel behoeft geen bespreking.
9. Deze conclusie strekt tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof ArnhemLeeuwarden, teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG