Einde inhoudsopgave
Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten
Artikel 3:61 Onvervreemdbaarheid van verstrekkingen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
25-11-2020, Stb. 2020, 496 (uitgifte: 04-12-2020, kamerstukken: 35494)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-11-2020, Stb. 2020, 497 (uitgifte: 04-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Algemeen
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Uitkeringsvoorwaarden
1.
Onvervreemdbaar en niet vatbaar voor verpanding en belening zijn:
- a.
de arbeidsongeschiktheidsuitkering;
- b.
de verhoging van de arbeidsongeschiktheidsuitkering, bedoeld in artikel 3:9;
- c.
de vakantie-uitkering;
- d.
de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 3:10.
2.
Volmacht tot ontvangst van een uitkering onder welke vorm of welke benaming ook verleend, is steeds herroepelijk.
3.
Elk beding, strijdig met dit artikel, is nietig.