Rb. Amsterdam, 17-12-2021, nr. C/13/710088 / KG ZA 21-944

2. [eiser 2],

beiden wonende te [woonplaats] (Malta),

eisers bij dagvaarding van 8 december 2021,

advocaten mr. J.J. Dijkman en mr. C.C. van Meurs-Janssens te Haarlem,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

VASTGOEDPLAN NEDERLAND B.V.,

gevestigd te Alkmaar,

gedaagde,

niet verschenen.

Tijdens de mondelinge behandeling van dit kort geding op 16 december 2021 hebben eisers gesteld en gevorderd overeenkomstig de aan dit vonnis gehechte dagvaarding. Vervolgens hebben zij verzocht vonnis te wijzen en is vonnis bepaald op vandaag.

Tijdens de mondelinge behandeling waren [eiser 1] , mr. Dijkman en mr. Van Meurs-Janssens aanwezig. Gedaagde is niet verschenen en heeft zich ook niet door een advocaat laten vertegenwoordigen.

Bij de dagvaarding zijn de bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht genomen, zodat het gevraagde verstek zal worden verleend.

Bij e-mail van 15 december 2021, met de advocaten van gedaagde in de cc, hebben eisers een akte vermeerdering van eis aan de rechtbank gestuurd.Mr. Dijkman heeft desgevraagd ter zitting meegedeeld dat de akte niet aan gedaagde is betekend, maar dat uit gegevens van Zivver blijkt dat die e-mail door de advocaten van gedaagde is geopend. Daarom kan ervan worden uitgegaan dat gedaagde heeft kennisgenomen van de eiswijziging, aldus mr. Dijkman.

Op grond van artikel 130 lid 3 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is, indien een partij niet in het geding is verschenen, een verandering of vermeerdering van eis tegen die partij uitgesloten, tenzij de eiser de verandering of vermeerdering tijdig bij exploot aan haar kenbaar heeft gemaakt. Omdat een dergelijk exploot niet is uitgebracht, moet de eisvermeerdering buiten beschouwing worden gelaten.

Het gevorderde in de dagvaarding komt niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing is vermeld.

Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eisers worden begroot op:

- dagvaarding € 119,21

- griffierecht 952,00

- salaris advocaat 656,00

Totaal € 1.727,21.

De gevorderde nakosten zullen worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing is vermeld.

Het bedrag tot voldoening waarvan gedaagde zal worden veroordeeld, geldt als voorschot op en ter nadere verrekening met hetgeen gedaagde ten gronde zal blijken verschuldigd te zijn.

De voorzieningenrechter

verleent verstek tegen de niet verschenen gedaagde,

veroordeelt gedaagde om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis de tussen partijen gesloten koopovereenkomst met betrekking tot de in randnummer [nummer] van de dagvaarding genoemde percelen in Amstelveen na te komen door rechtstreekse betaling aan eisers van € 295.000,00, te vermeerderen met kosten koper dan wel door betaling op een door hen aan te wijzen kwaliteitsrekening van een notaris en onvoorwaardelijk mee te werken aan het passeren van de leveringsakte en in dat kader alle handelingen te verrichten en na te laten die de notaris daarin redelijkerwijs van gedaagde verlangt,

bepaalt dat gedaagde een dwangsom verbeurt van € 10.000,00 per dag, tot een maximum van € 300.000,00 is bereikt, voor iedere dag of dagdeel dat gedaagde niet aan de onder 3.2. uitgesproken veroordeling voldoet,

veroordeelt gedaagde om binnen veertien dagen na heden te betalen aan eisers de wettelijke rente over € 295.000,00 vanaf 31 oktober 2021 tot aan de dag van algehele voldoening,

veroordeelt gedaagde om binnen veertien dagen na heden te betalen aan eisers € 3.250,00 aan buitengerechtelijke incassokosten,

veroordeelt gedaagde in de proceskosten, aan de zijde van eisers tot op heden begroot op € 1.727,21,

veroordeelt gedaagde in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 voor salaris advocaat, te vermeerderen met € 85,00 en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit vonnis plaatsvindt,

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Beukenhorst, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M.F. van Grootheest, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 17 december 2021.1.