Einde inhoudsopgave
Overeenkomst van Parijs
Artikel 18 [Hulporganen]
Geldend
Geldend vanaf 04-11-2016
- Bronpublicatie:
12-12-2015, Trb. 2016, 162 (uitgifte: 12-10-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
04-11-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-08-2017, Trb. 2017, 141 (uitgifte: 24-08-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Het Hulporgaan voor wetenschappelijk en technologisch advies en het Hulporgaan inzake de uitvoering, ingesteld bij de artikelen 9 en 10 van het Verdrag, fungeren als respectievelijk het Hulporgaan voor wetenschappelijk en technologisch advies en het Hulporgaan inzake de uitvoering van deze Overeenkomst. De bepalingen van het Verdrag inzake het functioneren van deze twee organen zijn van overeenkomstige toepassing op deze Overeenkomst. Zittingen van de vergaderingen van het Hulporgaan voor wetenschappelijk en technologisch advies en het Hulporgaan inzake de uitvoering van deze Overeenkomst worden samen met de vergaderingen van respectievelijk het Hulporgaan voor wetenschappelijk en technologisch advies en het Hulporgaan inzake de uitvoering van het Verdrag gehouden.
2.
Partijen bij het Verdrag die geen Partij bij deze Overeenkomst zijn, kunnen als waarnemer aan de zittingen van de hulporganen deelnemen. Wanneer de hulporganen fungeren als hulporganen van deze Overeenkomst, worden besluiten ingevolge deze Overeenkomst uitsluitend genomen door de Partijen bij deze Overeenkomst.
3.
Wanneer de bij de artikelen 9 en 10 van het Verdrag ingestelde hulporganen hun functie uitoefenen inzake aangelegenheden met betrekking tot deze Overeenkomst, wordt elk lid van de bureaus van die hulporganen dat een Partij bij het Verdrag vertegenwoordigt die op dat tijdstip geen Partij bij deze Overeenkomst is, vervangen door een extra lid, te kiezen door en uit de Partijen bij deze Overeenkomst.