Einde inhoudsopgave
Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en andere opsporingsambtenaren
Artikel 20 [Onderzoek aan kleding]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2018
- Redactionele toelichting
Het inwerkingtredingsbesluit is gecorrigeerd via een verbeterblad (19-06-2018).
- Bronpublicatie:
03-05-2018, Stb. 2018, 157 (uitgifte: 05-06-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-05-2018, Stb. 2018, 143 (uitgifte: 05-06-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Politierecht / Bevoegdheden
1.
Het onderzoek aan de kleding, bedoeld in artikel 7, derde lid, van de Politiewet 2012, en het onderzoek aan de kleding van een te vervoeren persoon, bedoeld in het vierde lid van dat artikel, geschiedt door het oppervlakkig aftasten van de kleding en wordt zo veel mogelijk uitgevoerd door een ambtenaar van hetzelfde geslacht als degene die aan het onderzoek wordt onderworpen.
2.
Als de ambtenaar bij het onderzoek, bedoeld in artikel 7, derde lid, van de Politiewet 2012, of bij het onderzoek, bedoeld in het vierde lid van dat artikel, ten behoeve van het vervoer van een persoon, voorwerpen aantreft die een gevaar kunnen vormen voor de veiligheid van de betrokkene of voor anderen, neemt hij die voorwerpen in bewaring.