Einde inhoudsopgave
Landsverordening toelating en uitzetting [Curaçao]
Artikel 7
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2014
- Bronpublicatie:
21-02-2014, Publicatieblad van Curaçao 2014, 17 (uitgifte: 31-03-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-02-2014, Publicatieblad van Curaçao 2014, 17 (uitgifte: 31-03-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Vreemdelingenrecht / Verblijf
1.
De vergunning tot tijdelijk verblijf of tot verblijf wordt verleend door of namens de Minister van Justitie.
2.
Wordt de vergunning verleend namens de Minister van Justitie dan geschiedt zulks door een daartoe door hem aangewezen ambtenaar.
3.
Geen vergunning wordt verleend alvorens met door de Minister van Justitie aan te wijzen instanties overleg is gepleegd.
4.
Het verzoek om toelating tot tijdelijk verblijf of tot verblijf wordt schriftelijk en met redenen omkleed gericht aan de Minister van Justitie.
5.
Voor het in behandeling nemen van het verzoek bedoeld in het vierde lid, zijn retributies en leges verschuldigd.
6.
Behalve voorwaarden betreffende de woonplaats, het uitoefenen van een bepaald beroep of bedrijf, dan wel bepalingen tot bescherming van de openbare orde, de publieke rust of veiligheid, de goede zeden of het algemeen belang, kunnen aan de vergunning tot tijdelijk verblijf of tot verblijf geen voorwaarden, beperkingen of bepalingen worden verbonden dan krachtens regeling bij landsbesluit houdende algemene maatregelen te stellen.
7.
Ten verzoeke van de belanghebbende kunnen de in het vorige lid bedoelde voorwaarden worden gewijzigd met inachtneming van de procedure, voorgeschreven voor de verlening van de vergunning tot tijdelijk verblijf of tot verblijf.