FED 2020/46
Voorvoegings-/houdsterverlies niet verrekenbaar met niet-houdsterwinst nieuw opgerichte en direct gevoegde dochtermaatschappij.
Rb. Den Haag 12-12-2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:13465, m.nt. mr. I.M. de Groot
- Instantie
Rechtbank Den Haag
- Datum
12 december 2019
- Magistraten
Mrs. Postema, De Hek, Heithuis
- Zaaknummer
SGR 18/7832
- Noot
mr. I.M. de Groot
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS191859:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Fiscale eenheid
Vennootschapsbelasting / Verliesverrekening
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBDHA:2019:13465, Uitspraak, Rechtbank Den Haag, 12‑12‑2019
- Wetingang
Art. 15ae lid 1 onderdeel a en lid 3, art. 20 lid 4 (oud) Wet VPB 1969; art. 5 lid 4 Besluit fiscale eenheid 2003 (BFE)
Essentie
Voorvoegings-/houdsterverlies niet verrekenbaar met niet-houdsterwinst nieuw opgerichte en direct gevoegde dochtermaatschappij.
Samenvatting
Eiseres heeft in het jaar 2010 een verlies geleden dat is aangemerkt als ‘houdsterverlies’ in de zin van artikel 20 lid 4 Wet Vpb (houdsterverliesregeling). Op 24 december 2015 heeft eiseres een nieuwe dochtermaatschappij opgericht, die met ingang van haar oprichting een fiscale eenheid met eiseres vormt in de zin van artikel 15 lid 1 Wet Vpb. Deze dochtermaatschappij verricht in 2016 managementactiviteiten en eiseres verricht in dat jaar houdsteractiviteiten. Eiseres stelt zich op het standpunt dat het houdsterverlies uit 2010 verrekenbaar is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.