Einde inhoudsopgave
Gaswet
Artikel 73
Geldend
Geldend vanaf 14-07-2004
- Bronpublicatie:
01-07-2004, Stb. 2004, 328 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken: 29372)
- Inwerkingtreding
14-07-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-07-2004, Stb. 2004, 330 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Energierecht (V)
1.
Met inachtneming van artikel 23, tweede lid, van de richtlijn, kunnen bij ministeriële regeling afnemers, handelaren, leveranciers, overeenkomsten en landen worden aangewezen ten aanzien waarvan toestemming van Onze Minister vereist is voor het transport van gas vanuit een ander land naar Nederland.
2.
De in het eerste lid bedoelde aanwijzing vindt slechts plaats indien uit de in artikel 72 bedoelde meldingen blijkt dat een verstoring van het evenwicht bij het openstellen van de gasmarkten optreedt of dreigt op te treden.
3.
Bij de toepassing van het bepaalde bij of krachtens dit artikel houdt Onze Minister rekening met de vraag of een aanwijzing of een weigering tot het geven van toestemming noodzakelijk en proportioneel is in het licht van het doel ervan, alsmede met de vraag of de aanwijzing of de weigering de ontwikkeling van het handelsverkeer zou beïnvloeden in een mate die strijdig is met de belangen van de Gemeenschap, bedoeld in artikel 3, vijfde lid, van de richtlijn.
4.
Het is verboden zonder toestemming van Onze Minister het transport van gas te verrichten in het kader van een overeenkomst tot transport van gas die strekt tot de invoer van gas indien de overeenkomst, het daarbij betrokken land, de betrokken afnemer of leverancier in de in het eerste lid bedoelde ministeriële regeling is aangewezen.