NJB 2019/1275
Grondslagverlating van de tenlastelegging inzake huisvredebreuk art. 138 Sr: i.c. geen grondslagverlating in aanmerking genomen dat voor het overtreden van een voor de verdachte geldend winkelverbod, strafrechtelijk niet van belang is met ingang van welke datum de verdachte de toegang tot de winkel was ontzegd, maar uitsluitend dat ten tijde van het binnendringen zo een verbod van kracht was
HR 21-05-2019, ECLI:NL:HR:2019:779
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 mei 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink en A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
17/03863
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:779, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑05‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:531, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑03‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑10‑2017
- Wetingang
Essentie
Grondslagverlating van de tenlastelegging inzake huisvredebreuk art. 138 Sr: i.c. geen grondslagverlating in aanmerking genomen dat voor het overtreden van een voor de verdachte geldend winkelverbod, strafrechtelijk niet van belang is met ingang van welke datum de verdachte de toegang tot de winkel was ontzegd, maar uitsluitend dat ten tijde van het binnendringen zo een verbod van kracht was
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld omdat ‘hij op of omstreeks 6 juni 2016 te Tilburg in een besloten lokaal gelegen aan de Jan Heijnsstraat en in gebruik bij Albert Heijn XL, althans bij een ander of anderen dan bij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.