Rb. Midden-Nederland, 29-11-2013, nr. C-07-203802 - FL RK 12-2146
ECLI:NL:RBMNE:2013:6026
- Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
- Datum
29-11-2013
- Zaaknummer
C-07-203802 - FL RK 12-2146
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBMNE:2013:6026, Uitspraak, Rechtbank Midden-Nederland, 29‑11‑2013; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
- Wetingang
- Vindplaatsen
JVggz 2014/8 met annotatie van W. Dijkers
Uitspraak 29‑11‑2013
Inhoudsindicatie
Verzoek om schadevergoeding ex artikel 28 Wet Bopz. Onrechtmatige vrijheidsbeneming doordat onderzoek door onafhankelijk psychiater te laat plaatsvond. Rechtbank spreekt zich niet uit over de zesuurstermijn en uitzonderen daarvan van avond- en nachtelijke uren.
Partij(en)
beschikking
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling familierecht
Zittingsplaats Lelystad
zaaknummer / rekestnummer: C/07/203802 / FL RK 12-2146
Beschikking van 28 november 2013
in de zaak van
[verzoeker] ,
wonende te [woonplaats],
verzoeker,
advocaat mr. F.L. Lischer te Lelystad,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE ALMERE,
zetelend te Almere,
verweerder,
gemachtigde mr. S. Piets.
1. De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
het verzoekschrift van 31 oktober 2012 met producties;
- -
de brief van 5 december 2012 met producties van verzoeker;
- -
het verweerschrift van 8 januari 2013 met een productie, en
- -
het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 16 januari 2013.
2. De feiten
2.1
Op 26 oktober 2012 om 15:00 uur is verzoeker onderzocht door een arts met het oog op een beoordeling voor het verkrijgen van een last tot inbewaringstelling op grond van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (hierna: de Wet Bopz).
2.2
Genoemde arts is geen psychiater in de zin van artikel 1, aanhef en onder j van de Wet Bopz en beschikt evenmin anderszins over “objective medical expertise” op het terrein van geestesziekten.
2.3
Op 26 oktober 2012 om 16:49 uur heeft genoemde arts de voor voormelde last benodigde geneeskundige verklaring afgegeven.
2.4
Op 26 oktober 2012 om 16:57 uur heeft de wethouder Participatie, Zorg en Inkomen van de gemeente Almere namens de burgemeester van de gemeente Almere (hierna: de burgemeester) de inbewaringstelling van verzoeker gelast.
2.5
Op 26 oktober 2012 om 20.45 uur is verzoeker per ambulance van het politiebureau aan de Baljuwstraat te Almere naar GGz Centraal, locatie [adres] te [woonplaats] gebracht, en aldaar opgenomen op de gesloten afdeling.
2.6
Op 27 oktober 2012 om 12:00 uur is betrokkene onderzocht door een onafhankelijk psychiater (hierna: de psychiater).
2.7
Op 27 oktober 2012 om 12.44 uur heeft de psychiater de aanvulling op de geneeskundige verklaring afgegeven.
2.8
Op 1 november 2012 is verzoeker door de rechtbank verhoord in verband met het op 30 oktober 2012 gedane verzoek tot voortzetting van de inbewaringstelling van verzoeker.
2.9
Bij beschikking van 1 november 2012 heeft de rechtbank de verzochte machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling van verzoeker afgewezen.
3. Het verzoek
3.1
Verzoeker heeft verzocht hem op grond van artikel 28 van de Wet Bopz ten laste van de gemeente Almere een vergoeding voor geleden immateriële schade toe te kennen van € 95,-- per dag dat hij onrechtmatig in bewaring gesteld is geweest.
3.2
Verzoeker heeft aan zijn verzoek ten grondslag gelegd dat - zo begrijpt de rechtbank - de door de burgemeester gegeven last onrechtmatig was omdat het noodzakelijke onderzoek van verzoeker door de psychiater niet binnen zes uur na afgifte van de last tot inbewaringstelling heeft plaatsgevonden. Volgens verzoeker is zijn vrijheidsontneming onrechtmatig geweest vanaf het moment dat hij op het politiebureau is aangekomen tot het moment waarop verzoeker [adres] heeft verlaten. Het verzoek om schadevergoeding betreft daarom een bedrag van € 570,-- (6 nachten à € 95,00).
4. het verweer
4.1
Volgens de gemeente Almere is voldaan aan het vereiste dat verzoeker zo spoedig mogelijk wordt onderzocht door een psychiater. De gemeente Almere voert aan dat de avond- en nachtelijk uren tussen 18.00 uur en 06.00 uur niet worden meegerekend bij de door verzoeker genoemde periode van zes uren. Omdat verzoeker op 26 oktober 2012 na 18.00 uur in [adres] is opgenomen en het onderzoek van verzoeker op 27 oktober 2012 om 12.00 uur is aangevangen, is verzoeker tijdig door de psychiater onderzocht. De gemeente Almere voert voorts aan dat, wanneer niet bepalend zou zijn het tijdstip van aanvang van het aanvullend onderzoek, maar het tijdstip van afgifte van de aanvulling op de geneeskundige verklaring, de vrijheidsbeneming van verzoeker gedurende ongeveer een uur onrechtmatig is geweest. In dat geval moet voor een uur schadevergoeding worden betaald.
5. Beoordeling
5.1
Beide partijen verwijzen ter onderbouwing van hun standpunten naar het arrest van de Hoge Raad van 26 september 2008 (LJN: BD4375), waarin de Hoge Raad heeft geoordeeld dat uit de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (hierna: het Hof) met betrekking tot vrijheidsontneming van geesteszieken als bedoeld in artikel 5, eerste lid, aanhef en onder e, van het EVRM volgt dat onder de door het Hof gestelde eis van ‘objective medical expertise’ moet worden verstaan dat die - behoudens in noodsituaties - een persoonlijk voorafgaand onderzoek van de betrokkene door een specialist, dat wil zeggen een psychiater als bedoeld in artikel 1, eerste lid, aanhef en onder j van de Wet Bopz, veronderstelt.
5.2
In voornoemd arrest heeft de Hoge Raad overwogen dat artikel 21 van de Wet Bopz de mogelijkheid openlaat dat de burgemeester een inbewaringstelling gelast op basis van een schriftelijke verklaring van een arts die geen psychiater is, in het geval dat het niet mogelijk is dat een psychiater die verklaring verstrekt.
5.3.
In een dergelijk geval dient de betrokkene volgens de rechtspraak van het Hof ‘immediately after the arrest’ te worden onderzocht door een onafhankelijk psychiater.
5.4
Tussen partijen is niet in geschil dat een onderzoek door een onafhankelijk psychiater, om te voldoen aan het vereiste dat verzoeker ‘immediately after the arrest’ door een onafhankelijk psychiater moet zijn onderzocht, binnen zes uren moet hebben plaatsgevonden, waarbij de avond- en de nachtelijke uren tussen 18:00 uur en 06:00 uur niet worden meegerekend.
5.5
Het geschil spitst zich toe op de vraag of de periode van zes uren aanvangt op het tijdstip waarop verzoeker op het politiebureau aankwam, zoals verzoeker stelt, of op het tijdstip waarop verzoeker in [adres] werd opgenomen, zoals de gemeente Almere stelt.
5.6
De rechtbank is van oordeel dat het onderzoek van verzoeker door een onafhankelijk psychiater onmiddellijk na zijn vrijheidsbeneming had behoren plaats te vinden. De rechtbank is daarom met verzoeker van oordeel dat de periode van zes uren aanving op het tijdstip waarop verzoeker op 26 oktober 2012 op het politiebureau aankwam. Hoewel het exacte tijdstip daarvan niet bekend is, is niet in geschil dat het is gelegen vóór 18.00 uur. Dat betekent dat het onderzoek door de onafhankelijk psychiater te laat heeft plaatsgevonden; er zijn immers meer dan zes uren - de avond- en de nachtelijke uren tussen 26 oktober 2012 18:00 uur en 27 oktober 2012 06:00 uur niet meegerekend - verstreken tussen de aankomst van verzoeker op het politiebureau en het tijdstip waarop de psychiater verzoeker onderzocht.
5.7
Niet is in geschil dat de burgemeester verantwoordelijk is voor een juiste tenuitvoerlegging van de namens hem gegeven last tot inbewaringstelling. De rechtbank is van oordeel dat de burgemeester zich ervan had dienen te vergewissen dat verzoeker zo spoedig mogelijk na zijn vrijheidsbeneming alsnog werd onderzocht door een onafhankelijk psychiater. Nu de burgemeester hierin te kort is geschoten, heeft dat tot gevolg dat de vrijheidsbeneming van verzoeker gedurende de tijd die is verstreken tussen het moment dat het onderzoek door een onafhankelijk psychiater had moeten zijn uitgevoerd en het daadwerkelijk plaatsvinden daarvan, geacht moet worden onrechtmatig te zijn geweest. Anders dan verzoeker klaarblijkelijk meent, is vanaf dat moment immers voldaan aan het vereiste dat hij door een onafhankelijk psychiater is onderzocht. Dat betekent dat de vrijheidsbeneming van verzoeker onrechtmatig was gedurende hooguit enkele uren op
27 oktober 2012 en niet, zoals door verzoek betoogd, van 26 oktober tot 1 november 2012.
5.9
Nu de burgemeester geen verweer heeft gevoerd tegen de stelling van verzoeker dat hij immateriële schade heeft geleden en evenmin tegen de stelling van verzoeker dat die schade € 95,-- per dag bedraagt, terwijl verzoeker te laat is onderzocht door een onafhankelijk psychiater, komt de door verzoeker gestelde schade naar het oordeel van de rechtbank op grond van artikel 28 van de Wet Bopz voor vergoeding in aanmerking. De rechtbank zal, gelet op de duur van de onrechtmatige vrijheidsbeneming, de gemeente Almere veroordelen tot betaling van de gevraagde schadevergoeding voor de duur van een dag.
6. De beslissing
De rechtbank:
6.1
veroordeelt de gemeente Almere om aan verzoeker ten titel van schadevergoeding te betalen een bedrag van € 95,-- (zegge: vijfennegentig euro);
6.2
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
6.3
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. R.F. van Aalst, rechter, in tegenwoordigheid van
mr. J.K. Franken, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 28 november 2013.