Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart
Artikel 39 Aantekeningen op bewijzen van luchtwaardigheid en van bevoegdheid
Geldend
Geldend vanaf 04-04-1947
- Bronpublicatie:
07-12-1944, Stb. 1947, H 165 (uitgifte: 04-07-1947, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
04-04-1947
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-02-1954, Trb. 1954, 18 (uitgifte: 01-01-1954, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Douane (V)
(a)
Indien een luchtvaartuig of een deel daarvan, ten aanzien waarvan een internationale norm voor luchtwaardigheid of prestatie bestaat, ten tijde van het onderzoek van de luchtwaardigheid in enig opzicht aan die norm niet voldoet, wordt op het bewijs van luchtwaardigheid aangetekend of daaraan vastgehecht een volledige opsomming van de punten, waarop het aan die norm niet heeft voldaan.
(b)
Indien een persoon houder is van een bewijs van bevoegdheid, doch niet ten volle voldoet aan de eisen van de internationale norm gesteld voor het bewijs of certificaat, waarvan hij houder is, wordt op dat bewijs aangetekend of daaraan vastgehecht een volledige opsomming van de punten, waarop hij niet aan die eisen voldoet.