NJ 1932, p. 338
Invloed van het faillissement van den belastingschuldige op belastingbeslag, gelegd op goederen van derden, zich bevindend op zijn bodem.
HR 28-01-1932, ECLI:NL:HR:1932:39, m.nt. Prof. E. M. Meijers
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 januari 1932
- Magistraten
Mrs. Fentener van Vlissingen, Visser, Kosters, van Gelein Vitringa, Kranenburg
- Zaaknummer
[28011932/NJ_1932,_p._338]
- Conclusie
Mr. Tak
- Noot
Prof. E. M. Meijers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS128587:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1932:39, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑01‑1932
- Wetingang
(Fw art. 33; Wet Inv. 's Rijks dir.bel. art.16.)
Essentie
Invloed van het faillissement van den belastingschuldige op belastingbeslag, gelegd op goederen van derden, zich bevindend op zijn bodem.
Samenvatting
Door het faillissement komen niet te vervallen beslagen op goederen, niet aan den gefailleerde in eigendom toebehoorend.
Art. 16 der wet van 1845 schept geen fictie van eigendom.
Partij(en)
De N. V. „Heineken's Bierbrouwerij Maatschappij", gevestigd te Amsterdam, eischeres tot cassatie van een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam den 6den Januari 1931 tusschen partijen gewezen (N. J. 1931, 957, Red.), advocaat Mr. J. van Kuyk,
tegen:
1. Den Ontvanger der Directe Belastingen te Amsterdam, Eerste ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.