Einde inhoudsopgave
Kadasterbesluit
Artikel 22 [Verzoek tot splitsing of samenvoeging]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2008
- Bronpublicatie:
10-12-2007, Stb. 2007, 582 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-12-2007, Stb. 2007, 582 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Algemeen
Goederenrecht / Algemeen
1.
Degene die als eigenaar of beperkt gerechtigde met betrekking tot een onroerende zaak in de basisregistratie kadaster staat vermeld, kan in de volgende gevallen een verzoek tot splitsing van percelen doen als bedoeld in artikel 73, tweede lid, van de wet:
- a.
indien door de vorming van afzonderlijke percelen in een ter inschrijving aan te bieden stuk de desbetreffende onroerende zaak als een geheel perceel zal kunnen worden aangeduid, mits dit stuk betreft de overgang van een onroerende zaak of de overgang, vestiging, wijziging of afstand van een beperkt recht betreffende een onroerende zaak;
- b.
indien sprake is van een geval als bedoeld in artikel 20, onder b of e.
2.
De in het eerste lid bedoelde rechthebbende kan een verzoek tot samenvoeging van percelen doen, indien deze percelen binnen één kadastrale sectie zijn gelegen, en zij een zelfde rechtstoestand naar burgerlijk recht hebben en tevens als één geheel worden beheerd en gebruikt. Bij de beoordeling of sprake is van een zelfde rechtstoestand behoeft geen acht te worden geslagen op erfdienstbaarheden.
3.
De verzochte splitsing of samenvoeging mag niet in strijd zijn met de bij of krachtens de artikelen 11 tot en met 13 gestelde regels omtrent de perceelsvorming en mag niet leiden tot ongedaanmaking van een krachtens artikel 20 of een op verzoek uitgevoerde splitsing, tenzij de beweegredenen daartoe niet meer gelden.
4.
Artikel 14, eerste, derde en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.