IER 2021/24
Converse, Kesbo/Hermsen q.q., Mexx Industries
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
1 september 2020
- Magistraten
Mrs. J.F.M. Pols, R.R.M. de Moor en A.D. Kiers-Becking
- Zaaknummer
200.245.258/01
- Noot
B.F.H. Rumora-Scheltema en A.M.E. Verschuur
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS270580:1
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:2020:2699, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 01‑09‑2020
ECLI:NL:GHSHE:2019:1344, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 09‑04‑2019
- Wetingang
Art. 7:414 BW; art. 21 Rv; art. 2.23 lid 3 BVIE; art. 25 t/m 29 Fw
Essentie
Converse, Kesbo/Hermsen q.q., Mexx Industries
Samenvatting
Lastgeving; geen sprake van een – in beginsel ongeoorloofde – wissel van partijhoedanigheid. Handelen in strijd met waarheidsplicht ex art. 21 Rv (door beroep op verklaringen waarvan men wist of redelijkerwijs kon weten dat deze (deels) onjuist zijn) leidt niet tot afwijzing van de vordering of een omkering van de bewijslast, wel tot aanpassing proceskosten. Bewijslast uitputting ten onrechte bij Converse neergelegd; geen omkering bewijslast. Vorderingen m.b.t. schadevergoeding en winstafdracht dienen ter verificatie bij de curator te worden ingediend; procedure op grond van art. 29 Fw geschorst. Ook schorsing m.b.t. vordering ...