NJB 2013/298
Verband met HR 25 januari 2013, 10/05467, LJN BV6689, hiervóór afgedrukt. Uitstelverzoek. HR: Nu de vrouw geen uitstelverzoek op de voet van het toepasselijke procesreglement heeft gedaan, heeft het hof niet van een onjuiste rechtsopvatting blijk gegeven door de akte te weigeren
HR 25-01-2013, ECLI:NL:HR:2013:BY3126
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 januari 2013
- Magistraten
(Mrs. F.B. Bakels, J.C. van Oven, M.A. Loth, C.E. Drion en G. Snijders)
- Zaaknummer
11/04651
- LJN
BY3126
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BY3126, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑01‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BY3126, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑11‑2012
- Wetingang
(Rv art. 19; Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de gerechtshoven art. 1.9)
Essentie
Verband met HR 25 januari 2013, 10/05467, LJN BV6689, hiervóór afgedrukt. Uitstelverzoek. HR: Nu de vrouw geen uitstelverzoek op de voet van het toepasselijke procesreglement heeft gedaan, heeft het hof niet van een onjuiste rechtsopvatting blijk gegeven door de akte te weigeren
Partij(en)
De man, adv. mr. E.H. van Staden ten Brink, vs. de vrouw, adv. mr. J.C. Meijroos
Uitspraak
Feiten en procesverloop
Zie HR 25 januari 2013, 10/05467, LJN BV6689, hiervóór afgedrukt. Bij het in dat cassatieberoep bestreden deelarrest heeft het hof de zaak verwezen naar de rol van 14 september 2010 voor een akte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.