Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 552ab [Derdenbeklag vervallen voorwerpen aan Staat na (strafbe)schikking]
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2022
- Bronpublicatie:
22-08-2022, Stb. 2022, 345 (uitgifte: 07-09-2022, kamerstukken: 36003)
- Inwerkingtreding
01-10-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-09-2022, Stb. 2022, 364 (uitgifte: 21-09-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Sancties
1.
De belanghebbenden, anderen dan de verdachte, gewezen verdachte of veroordeelde, kunnen zich schriftelijk beklagen over het uitvaardigen van een strafbeschikking houdende aanwijzingen als bedoeld in artikel 257a, derde lid, onder a, b of c en over een schikking als bedoeld in artikel 511c op de grond dat deze betrekking hebben op hun toekomende voorwerpen en de officier van justitie die de aanwijzingen heeft gegeven, onderscheidenlijk de schikking is aangegaan, niet bereid is gebleken die voorwerpen terug te geven of de waarde die zij bij verkoop redelijkerwijs hadden moeten opbrengen te vergoeden.
2.
Het klaagschrift wordt, niet later dan drie maanden nadat de verdachte, gewezen verdachte of veroordeelde aan de gegeven aanwijzingen of aan de termen van de schikking heeft voldaan, dan wel de klager daarmee bekend is geworden, ingediend ter griffie van de rechtbank waarbij de in het eerste lid bedoelde officier van justitie is geplaatst. Het klaagschrift kan langs elektronische weg worden overgedragen met behulp van een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen elektronische voorziening.
3.
De behandeling van het klaagschrift door de raadkamer vindt plaats in het openbaar.
4.
Tijdens de behandeling van het klaagschrift worden de klager en de officier van justitie in de gelegenheid gesteld te worden gehoord. De rechtbank doet tevens de verdachte, gewezen verdachte of veroordeelde oproepen ten einde hem in de gelegenheid te stellen terzake van het klaagschrift te worden gehoord. Deze kan zich doen bijstaan door een advocaat welke in de gelegenheid wordt gesteld de nodige opmerkingen te maken. De beschikking van de rechtbank is met redenen omkleed en wordt in het openbaar uitgesproken. Aan de klager en aan de verdachte, gewezen verdachte of veroordeelde die voor de behandeling is verschenen wordt door de griffier tijdig te voren schriftelijk mededeling van de dag der uitspraak gedaan. Acht de rechtbank het beklag gegrond, dan verklaart zij de voorwaarden, onderscheidenlijk de schikking, bedoeld in het eerste lid, vervallen.