De vindplaatsvermeldingen, voorkomend in de hierna opgenomen bewijsmiddelen en de motivering van de bewezenverklaring, verwijzen naar de doorlopende paginanummering van het in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde verbalisanten van de politie eenheid Limburg, Team Bestrijding Kinderporno en Kindersekstoerisme opgemaakte proces-verbaal, genummerd PL2300 / 2013046040 d.d. 30 juli 2013 en de als bijlagen daarbij gevoegde schriftelijke bescheiden, welke alle wettige bewijsmiddelen zijn als bedoeld in artikel 344, eerste lid jo artikel 339, eerste lid onder 5º van het Wetboek van Strafvordering.
Rb. Limburg, 13-12-2013, nr. 03/659221-13, 04/860399-08
ECLI:NL:RBLIM:2013:11418
- Instantie
Rechtbank Limburg
- Datum
13-12-2013
- Zaaknummer
03/659221-13, 04/860399-08
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBLIM:2013:11418, Uitspraak, Rechtbank Limburg, 13‑12‑2013; (Eerste aanleg - meervoudig)
Uitspraak 13‑12‑2013
Inhoudsindicatie
Bezit van kinderporno. Ondanks begeleiding en toezicht heeft verdachte gedurende een proeftijd ter zake een veroordeling voor soortgelijke feiten, kinderporno gedownload en opgeslagen. Veroordeling tot een gevangenisstraf van 14 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van vijf jaren en de bijzondere voorwaarden van o.a. reclasseringstoezicht met behandeling en locatiegebod en -verbod middels elektronisch toezicht. Verder verlenging van de proeftijd en gedeeltelijke toewijzing van de vordering benadeelde partij.
Partij(en)
RECHTBANK Limburg
Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummers : 03/659221-13, 04/860399-08 (tul)
Datum uitspraak : 13 december 2013
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Limburg, meervoudige kamer voor strafzaken,
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te Venlo op [geboortedatum],
gedetineerd in PI Limburg Zuid - De Geerhorst, Op de Geer 1 Sittard.
Raadsman is mr. G.J. Lemmen, advocaat te Heythuysen.
1. Het onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting
van 29 november 2013.
De rechtbank heeft op 29 november 2013 gehoord: de officier van justitie en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman. Tevens zijn gehoord de ouders van de (minderjarige) benadeelde partij.
2. De tenlastelegging
De verdachte staat terecht ter zake dat:
hij in of omstreeks de periode van 1 november 2012 tot en met 25 mei 2013 in de gemeente Weert en/of in de gemeente Venlo en/of in de gemeente Vught , in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) een of meer gegevensdrager(s), te weten een SD-kaart en/of een USB-stick, bevattende één of meer afbeelding(en), heeft verspreid en/of aangeboden en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of uitgevoerd en/of verworven en/of in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedraging(en) bestonden uit (onder meer)
het vaginaal en/of anaal penetreren (met de penis en/of vinger(s) en/of een dildo) door zichzelf en/of door een volwassen man / een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt van het lichaam van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar (eveneens) nog niet heeft/hebben bereikt (onder meer een compilatie van meerdere videofragmenten [bestand 1]) en/of
het (laten) vasthouden en/of in de mond (laten) nemen van de stijve penis van een volwassen man door een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt (onder meer een compilatie van meerdere videofragmenten [bestand 1]) en/of
het geheel of gedeeltelijknaakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) gekleed en/of opgemaakt zijn en/of in een omgeving en/of met voorwerpen en/of in (erotisch getinte) houdingen poseert/poseren die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in beeld gebracht worden (onder meer een compilatie van meerdere videofragmenten [bestand 1] en/of een of meer foto('s) [bestand 3] en/of een foto [bestand 4] en/of een of meer afbeeldingen [bestand 5] en/of een of meer foto's [bestand 6]),
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt.
(art. 240b Wetboek van Strafrecht)
Voor zover in de tenlastelegging kennelijke schrijffouten of misslagen voorkomen, zijn die in deze weergave van de tenlastelegging door de rechtbank verbeterd. De verdachte is door deze verbetering, zoals uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, niet in de verdediging geschaad.
3. De voorvragen
Bij het onderzoek ter terechtzitting:
- -
is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke eisen voldoet en dus geldig is;
- -
is gebleken dat de rechtbank krachtens de wettelijke bepalingen bevoegd is van het ten laste gelegde kennis te nemen;
- -
zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. De officier van justitie kan dus in de vervolging worden ontvangen;
- -
zijn geen gronden voor schorsing der vervolging gebleken.
4. De beoordeling van het bewijs 1.
4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat het ten laste gelegde bewezen zal worden verklaard.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde bewezen kan worden verklaard.
4.3
Het oordeel van de rechtbank Gelet op de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 29 november 20132.en proces-verbaal aantreffen kinderpornografisch beeldmateriaal3.acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat gelet op de periode en de hoeveelheid, naar het oordeel van de rechtbank sprake is van een gewoonte.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht ten laste van verdachte wettig en overtuigend bewezen dat:
hij in de periode van 1 november 2012 tot en met 25 mei 2013 in de gemeente Weert gegevensdragers, te weten een SD-kaart en een USB-stick, bevattende afbeeldingen, in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit
het vaginaal en anaal penetreren (met de penis of vingers of een dildo) door een volwassen man van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en
het in de mond (laten) nemen van de penis van een volwassen man door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van personen die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet hebben bereikt, waarbij deze personen gekleed en/of opgemaakt zijn en/of in een omgeving en/of met voorwerpen en/of in (erotisch getinte) houdingen poseren die niet bij hun leeftijd passen en/of waarbij deze personen zich van hun kleding ontdoen en/of door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze personen nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in beeld gebracht worden,
van welk misdrijf hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
5. De strafbaarheid van het bewezenverklaarde en de kwalificatie
5.1
De strafbaarheid
Het bewezenverklaarde is strafbaar.
5.2
De kwalificatie
Het bewezenverklaarde levert op het navolgende strafbare misdrijf:
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt
Het misdrijf is strafbaar gesteld bij artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht.
6. De strafbaarheid van verdachte
De verdachte is strafbaar voor het bewezenverklaarde nu geen omstandigheid aannemelijk is geworden die verdachtes strafbaarheid opheft.
7. De oplegging van straf en/of maatregel en de vordering tenuitvoerlegging
7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 10 maanden met aftrek ex art. 27 van het Wetboek van Strafrecht waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 5 jaren en met als bijzondere voorwaarden reclasseringstoezicht, een meldplicht, een locatieverbod en –gebod alsmede behandeling bij de GGZ, ook indien dit inhoudt het innemen van medicatie.
Voorts heeft de officier van justitie gevorderd de vordering tenuitvoerlegging gedeeltelijk toe te wijzen in die zin dat thans 3 maanden gevangenisstraf ten uitvoer zal worden gelegd, onder afwijzing van de vordering voor het overige.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht een zodanige straf op te leggen dat verdachte zo spoedig mogelijk zijn behandeling kan voortzetten en het reeds ingeslagen traject kan vervolgen. Daartoe heeft de raadsman in het bijzonder aangevoerd dat verdachte de behandeling nodig heeft en dat hij erg zijn best wil doen om niet meer in de fout te gaan. Zo slikt verdachte reeds enkele maanden libido remmende middelen.
Voorts heeft de raadsman verzocht de vordering tenuitvoerlegging af te wijzen.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het bezit van kinderporno. Op de afbeeldingen en filmfragmenten die op zijn gegevensdragers zijn aangetroffen zijn kinderen te zien met wie seksuele handelingen worden verricht. Bij het vervaardigen hiervan wordt op zeer grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit en persoonlijke levenssfeer van de betrokken kinderen. Het is een feit van algemene bekendheid dat dergelijk seksueel misbruik kan leiden tot ernstige lichamelijke en psychische schade voor de slachtoffers, die ook vele jaren later, mede omdat dit kinderpornografisch materiaal nog jarenlang op het internet kan circuleren, nog diepe sporen nalaat. Kinderen dienen hiertegen ten alle tijden te worden beschermd. Verdachte heeft door aldus te handelen een bijdrage geleverd aan het in stand houden van de wereldwijde, zeer kwalijke en schadelijke kinderporno-industrie. Ook heeft verdachte via internet contact onderhouden met een meisje van 13 jaar oud, en ook van haar heeft verdachte naaktfoto’s ontvangen en opgeslagen. Verdachte heeft zich slechts laten leiden door zijn eigen behoeftebevrediging. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met een andersoortige strafmodaliteit dan een gevangenisstraf.
De rechtbank zal echter ook rekening houden met de persoonlijke omstandigheden zoals deze onder meer blijken uit het Reclasseringsadvies d.d. 11 oktober 2013. Bij verdachte is sprake van een verstandelijke beperking en het delictgedrag is gerelateerd aan zijn problematiek. Verdachte heeft op structurele basis hulpverlening en controle nodig om zich zonder problemen te kunnen handhaven in de samenleving. Teneinde het recidive risico zoveel mogelijk te beperken, zal rechtbank verdachte dan ook een deels voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de Reclassering.
Gelet op de onderlinge samenhang zal de rechtbank in haar overwegingen ook de vordering tot tenuitvoerlegging betrekken. Op 10 september 2013 heeft de officier van justitie een vordering tot tenuitvoerlegging ingediend ter griffie van deze rechtbank, strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de rechtbank Roermond d.d. 19 december 2008 in de zaak met parketnummer 04/860399-08 aan de veroordeelde opgelegde doch voorwaardelijk niet tenuitvoergelegde straf, te weten: een gevangenisstraf van 18 maanden.
De rechtbank neemt het verdachte bijzonder kwalijk dat hij in de proeftijd die hem is opgelegd bij deze veroordeling ter zake deels soortgelijke feiten is gerecidiveerd.
De rechtbank zal tot een andere strafoplegging komen dan door de officier van justitie gevorderd. Indien de eis van de officier van justitie gevolgd zou worden, zou verdachte onmiddellijk in vrijheid gesteld worden, terwijl hij dan te zijner tijd nog drie maanden gevangenisstraf (in het kader van de gevorderde gedeeltelijke tenuitvoerlegging) zou moeten ondergaan. Een dergelijke situatie acht de rechtbank ongewenst. Gelet hierop komt de rechtbank tot een hogere strafoplegging dan de officier van justitie heeft gevorderd. Daartegenover zal de rechtbank de proeftijd van de voormelde voorwaardelijke straf met één jaar verlengen.
Concluderend acht de rechtbank een gevangenisstraf van 14 maanden, met aftrek ex artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met de bijzondere voorwaarden reclasseringstoezicht, locatieverbod, locatiegebod en behandeling passend en geboden.
Gelet op het recidiverisico en de problematiek van verdachte is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van een lichaam van een of meer personen en zal om die reden de proeftijd vaststellen op vijf jaren.
8. De benadeelde partij
8.1
De vordering van de benadeelde partij
De benadeelde partij [benadeelde] vordert een schadevergoeding van € 1.584,25 te vermeerderen met de wettelijke rente. De vordering bestaat uit € 584,25 ter zake reiskosten en € 1.000,00 ter zake immateriële schade.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de materiële schade volledig toewijsbaar is en dat de immateriële schade tot een bedrag van € 500,00 toewijsbaar is.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht benadeelde niet-ontvankelijk te verklaren in haar vordering, aangezien schade die de benadeelde opgelopen zou hebben niet enkel het gevolg is van het handelen van verdachte, maar ook van veel andere personen.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
Ten laste van verdachte is het ten laste gelegde feit (artikel 240b Sr) bewezen. Het is een strafbaar feit en verdachte zal ter zake van dat feit worden veroordeeld.
De rechtbank overweegt als volgt. Gelet op de aard van het bewezenverklaarde is het een ervaringsregel dat daardoor bij het slachtoffer immateriële schade van enige omvang kan worden veroorzaakt. Daarnaast is het ook een redelijk gevolg te achten dat een slachtoffer psychische hulp zoekt. De rechtbank heeft echter geconstateerd dat benadeelde niet enkel afbeeldingen heeft verstuurd aan verdachte, maar ook aan diverse andere personen. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat de gestelde schades, die, op zichzelf beschouwd, redelijk zijn te achten, niet volledig aan verdachte toegerekend kunnen worden. De rechtbank acht wel een deel toerekenbaar en de rechtbank zal dit deel schatten op € 150,00 van de reiskosten en € 250,00 van de immateriële schade. Totaal komt derhalve € 400,00 voor vergoeding in aanmerking.
Voor het deel van de vordering dat voormeld bedrag overstijgt, is de gestelde schade naar het oordeel van de rechtbank niet aan verdachte toe te rekenen. In zoverre is de vordering niet voor toewijzing vatbaar en zal de rechtbank de vordering met betrekking tot dat deel afwijzen.
Verdachte is naar burgerlijk recht aansprakelijk voor de vastgestelde schade.
De rechtbank zal de verdachte veroordelen in de kosten van het geding door de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak en de invordering van voormeld bedrag gemaakt, begroot op nihil.
De rechtbank zal tevens aan verdachte de verplichting opleggen aan de Staat een bedrag van € 400,00 te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag, te rekenen vanaf 25 mei 2013 tot de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de tijd van 8 dagen, te betalen ten behoeve van benadeelde.
9. De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 24c, 27, 36f en 240b van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.
10. De beslissing
De rechtbank:
Bewezenverklaring
- -
verklaart het ten laste gelegde bewezen, zoals hierboven onder 4.4 is omschreven;
- -
spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- -
verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 5.2 is omschreven;
- -
verklaart verdachte strafbaar;
Straffen
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 14 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast omdat verdachte voor het einde van een proeftijd van vijf jaren de algemene voorwaarden of de bijzondere voorwaarden heeft overtreden;
- -
stelt als algemene voorwaarden:
- -
dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- -
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- -
medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- -
stelt als bijzondere voorwaarden:
- -
dat verdachte zich tijdens de proeftijd moet gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door of namens de Reclassering Nederland, adviesunit Limburg;
- -
dat verdachte zich niet zal begeven op plaatsen waar hij zonder enige vorm van toezicht gebruik kan maken van internet;
- -
dat verdachte zal verblijven bij Mensana begeleid wonen, zolang de Reclassering dit nodig acht, ook indien de naleving hiervan gecontroleerd zal worden middels elektronisch toezicht;
- -
dat verdachte een behandeling bij GGZ E zal ondergaan, ook indien dit inhoudt dat hij medicatie moet innemen, zo lang de behandelaars dit noodzakelijk achten;
- -
dat verdachte zich zo na invrijheidsstelling zo spoedig mogelijk meldt bij dhr. G. Wilbers, toezichthouder, teneinde verdere afspraken te maken;
- draagt de reclasseringsinstelling op om aan verdachte hulp en steun te verlenen bij de naleving van deze voorwaarden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijke deel van de opgelegde gevangenisstraf;
Benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregel
- wijst de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde], van een bedrag van € 400,00 te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag te rekenen vanaf 25 mei 2013 tot de dag der algehele voldoening;
- wijst de vordering af ter zake het overige;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij en de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde [benadeelde] voornoemd (art. 240b Sr), van een bedrag van € 400,00 te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag te rekenen vanaf 25 mei 2013 tot de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 8 dagen hechtenis. De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
- bepaalt dat verdachte van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd is voorzover hij heeft voldaan aan een van hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade;
Beslissing op de vordering tenuitvoerlegging
- verlengt de bij vonnis van de rechtbank te Roermond d.d. 19 december 2008, parketnummer 04/860399-08, vastgestelde proeftijd met één jaar.
Dit vonnis is gewezen door mrs. M.J.A.G. van Baal, V.P. van Deventer en S.G.M. Schellekens, rechters, van wie mr. M.J.A.G. van Baal voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. O.A.G. Corten, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 13 december 2013.
Mr. S.G.M. Schellekens is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
parketnummer: 03/659221-13
proces-verbaal van het voorgevallene ter openbare zitting van de enkelvoudige kamer van de rechtbank voornoemd van 13 december 2013 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
gedetineerd in PI Limburg Zuid - De Geerhorst, Op de Geer 1 Sittard.
Tegenwoordig:
mr. , rechter,
mr. , officier van justitie,
dhr./mevr. , griffier.
De rechter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is in de zaal van de zitting aanwezig. Ter terechtzitting van 29 november 2013 heeft hij afstand gedaan van zijn recht in persoon bij de uitspraak aanwezig te zijn.
De rechter spreekt het vonnis uit en geeft de verdachte kennis dat hij daartegen binnen 14 dagen hoger beroep kan instellen.
Waarvan proces-verbaal, vastgesteld en getekend door de rechter en de griffier.
Raadsman mr. G.J. Lemmen, advocaat te Heythuysen.